Wanneer is druk, té druk?

Het druk hebben lijkt haast een badge of honor, een statussymbool. Maar moeten we het niet even wat rustiger aan doen? Wanneer is druk, té druk en wat doet dat met je gezondheid? Hierover gaat Arjan Banach in gesprek met Lennaert Huijing. Lennaert is coach en houdt zich bezig met het coachen van mensen met een burn-out. Plan een momentje in en loop een rondje mee.

Liever lezen dan luisteren?

ARJEN: De manier waarop iemand zijn werk doet, is waarschijnlijk ook de manier waarop thuis zijn dingen doet. Dus je kunt niet zeggen dat uitval door een burn-out werk gerelateerd is want het heeft te maken met: hoe zit iemand in elkaar, hoe ziet zijn leven eruit? Het zijn altijd de mensen die heel hard werken, weinig klagen, die uitvallen en wanneer vallen ze uit? Ja, als er ergens iets gebeurt wat er niet meer bijpast. Welkom bij 1000 stappen. 1000 stappen om je benen te strekken, even weg te gaan van je werkplek en een frisse neus te halen. Goed voor je lijf en voor je hoofd. Ik, organisatiefuturoloog Arjen Banach, ga ook aan de wandel. En wel samen met iemand die ons iets kan leren over gezond werken. Als je druk bent, ben je goed bezig. Druk hebben lijkt wel in de mode, het is een soort statussymbool. Drie maanden van tevoren plannen dat je naar de bios gaat is heel normaal. Op het laatste moment afzeggen omdat het werk belt: begrijpelijk. En ’s avonds geen puf meer hebben om iets leuks voor jezelf te doen omdat je werk te veel energie kost, dat heeft toch iedereen? Ho, stop. Waarom is het druk worden eigenlijk zo normaal geworden? En ben je dan echt druk of word je onder druk gezet? En is het eigenlijk wel zo gezond om constant druk te zijn? In deze podcast zoek ik dat samen met Lennaert Huijing uit. Lennaert, welkom in de podcast. 

LENNAERT: Dankjewel. 

ARJEN: Leuk dat je meeloopt. En ja, laten we eens beginnen met, ja, voor onze luisteraars: wie is Lennart? 

LENNAERT: Ik ben hier in de hoedanigheid, laat ik het zo beginnen, als coach en trainer bij Meulenberg Coaching. Wij coachen mensen die een burn-out hebben of stress hebben, of last hebben van te veel stress. En we geven trainingen, heel vaak bij bedrijven om dat juist te voorkomen. Ja, dus echt de preventietrainingen. 

ARJEN: Precies, want ja, dat druk hebben, stress ervaren, dat lijkt wel iets van de laatste jaren. Zoiets wat nu veel meer opkomt, waar veel meer mensen last van hebben. Zie jij dat ook zo? 

LENNAERT: Ja, wij krijgen het steeds drukker. Heel simpel. 

ARJEN: Je moet er ook voor oppassen voor jezelf bijna. 

LENNAERT: Ja, precies. 

ARJEN: Maar hoe kan dat dan? Kun je daar een vinger op de zere plek leggen? 

LENNAERT: Nou ja, uiteindelijk, en dan sla ik het wel helemaal plat, doen we het onszelf aan, hè. 

ARJEN: Oké. 

LENNAERT: Dus de druk ervaren, ja, dat doe je zelf. Iemand anders kan proberen om druk bij jou neer te leggen, maar of jij daarin meegaat ja of nee, ja, daar ben je zelf bij. 

ARJEN: Ja, maar zijn we ons daar ook dan altijd van bewust of? 

LENNAERT: Je bent lekker bezig en je hebt een leuke baan en je hebt een gezin en je hebt sport en je hebt allerlei andere zaken die je aandacht vragen. En al die zaken die gaan dan ook zo ongeveer 24 uur per dag zeven dagen in de week gaan die door, hè. Zowel het zakelijke als het privéstuk natuurlijk. En we hebben nooit echt goed leren managen. 

ARJEN: Nee. 

LENNAERT: En ik denk dat dat eigenlijk de valkuil is waar we nu met zijn allen tegenaanlopen. 

ARJEN: En hoe kan het dan dat we het steeds drukker krijgen, het steeds drukker hebben? Kun je daar ook iets over zeggen? 

LENNAERT: De drang om het goed te willen doen, de drang om te bouwen, om succesvol te zijn, om jezelf te ontwikkelen. En dat begint eigenlijk al op de lagere scholen of op de basisschool met de testjes, en nog meer testjes en een proefcito en nou ja, wat er tegenwoordig al bij verzonnen wordt. 

ARJEN: Ja, heel veel mensen verwachten iets en bij de opkomst bij social media moet je allemaal maar succesvol zijn. We leggen ons onbewust heel veel druk op. En waar ik wel benieuwd naar ben, Lennaert, misschien kun je daar iets over zeggen, want het tegenwoordige daarvan is het rustig hebben, lekker nietsdoen, maar dat lijkt bijna wel iets slechts te zijn of dat we daar schaamte voor hebben. Hoe zie jij dat? 

LENNAERT: Ja, weet je, dat merk ik bij mezelf ook nog weleens weet je. Ik help natuurlijk mensen die daar last van hebben, maar wat ik net al even zei: ik heb het ook druk. En als ik dan even op de bank zit om even rust te nemen, ja, dan ga ik, hè, mijn brein gaat vanzelf allerlei dingen bedenken die ik zou kunnen doen of waarvan ik vind dat die nog moeten gebeuren. 

ARJEN: Ja, precies. 

LENNAERT: Dus leren managen daarvan is wel heel belangrijk. Dus jezelf ook een halt toeroepen van: nee, ik blijf nu even gewoon een halfuurtje zitten en lees een boekje of de krant of ga even wat webserven of zo met mijn telefoon in de hand. Even iets anders doen is daarbij wel heel belangrijk. 

ARJEN: Ja. Als we hem even naar het werk trekken, hè, dan zien we ook daar dat, hè, er is zelfs een woord voor, werkdruk, het komt heel veel voor. Hoe kun je signaleren dat, misschien bij jezelf of misschien bij een van je collega’s, dat je ook merkt van: hé, daar loopt het op dit moment over? 

LENNAERT: Dat is heel leuk, want dat is wat we in die preventietrainingen doen en wat je iedere keer ziet is dat je zelf je eigen signalen niet herkent. Maar dat anderen die juist wel herkennen, hè. 

ARJEN: Oké, ja. 

LENNAERT: Dus dat is stap één. En die signalen die verschillen ook. Sommige mensen worden drukker, andere mensen worden juist rustiger en stiller. De belangrijkste aangever is als je bij iemand een verandering ziet in zijn gedrag. Dus juist, even heel simpel, van heel druk naar heel rustig of van juist heel rustig naar heel emotioneel en heel erg outspoken.  

ARJEN: Oké. En dat is vaak een signaal waarvan je kunt merken dat iemand anders, dat daar iets speelt, iets leeft? 

LENNAERT: Ja. 

ARJEN: Ja, oké. En dus ook eigenlijk dat je het van jezelf minder goed doorhebt, daar heb je vooral de collegialiteit voor nodig. 

LENNAERT: Ja, eigenlijk wel. Laat ik het zo zeggen: om te merken dat je stress hebt en daar last van hebt, heb je eigenlijk voldoende rust in je hoofd nodig om dat op te merken. Want er is eigenlijk helemaal geen vrije ruimte meer, geen vrije aandacht meer, om dat goed bij jezelf op te merken. 

ARJEN: Nee. En mocht je dat nou zien bij een collega, wat zou je dan kunnen doen om het hem of haar iets te makkelijker te maken of de druk een beetje weg te nemen? 

LENNAERT: Nou, de druk wegnemen dat is lastig want dit zit hem niet zozeer in de inhoudelijke actie, hè. Dus hoe je het beste iemand kunt helpen is door ze even hun verhaal te laten doen of in ieder geval op te merken dat jij ziet dat zij het misschien best weleens heel druk zouden kunnen hebben. 

ARJEN: Oké, ja. 

LENNAERT: En daarnaast vragen of dat inderdaad ook zo is. 

ARJEN: Ja, dus het gaat niet eens zozeer om dat je inderdaad zorgt dat die collega in een keer een lege agenda heeft, alleen al even het luisterende oor of het signaleren dat is al een begin. Ja, en als we daar heel even op doorgaan, zou je dan ook kunnen zeggen dat het verminderen van druk, werkdruk in dit geval, dat dat misschien niet eens zozeer een agendading is maar veel meer een mindset, een manier van daarmee omgaan? 

LENNAERT: Ja, zeker weten. Ik denk dat heel veel klanten van mij die, of veel, een aantal die krijgen dan als eerste hulpmiddel een cursus agendamanagement aangeboden. Ja, dat is natuurlijk heel handig, maar dan, ja, iedereen is best wel goed in het managen van zijn agenda over het algemeen, hè. Dus daar ligt het probleem niet. 

ARJEN: Nee. 

LENNAERT: En we hebben duizend-en-een apps en tools en dingen die dat voor ons kunnen doen, of in ieder geval dat makkelijker maken. Ja, dus er is wat anders nodig. 

ARJEN: Precies, ja. Inderdaad. Want bijna iedereen die aan het werk is heeft weleens een timemanagementtraining gevolgd. Dat werkt misschien een paar dagen maar daarna dan merk je van: oké, dit is niet de oplossing die op duurzame manier zeg maar. 

LENNAERT: Nee. 

ARJEN: Nee. Dus dan moeten we wat anders gaan doen met elkaar. 

LENNAERT: Nou, het grappige van timemanagement is natuurlijk dat er altijd gezegd wordt van: nou, dan kun je dus meer doen in minder tijd. Ja, en dat is eindig, want er zit maar 24 uur in een dag. 

ARJEN: Precies. Dat is niet per se de op… Dan ga je het weer druk krijgen. 

LENNAERT: Dan ga je het juist weer drukker krijgen, ja. 

ARJEN: Hé, en in die werksfeer, hè, we zien dat het heel veel voorkomt. Je zegt ook terecht: je bent er zelf bij, misschien niet bewust, maar je bent een mens. Je kunt kiezen waar je ja en nee tegen zegt. Mogen we dat dan ook betitelen als eigen verantwoordelijkheid of zeg jij ook: nou, daar heeft een werkgever ook wel een verantwoordelijkheid in? 

LENNAERT: De werkgever heeft daar zeker een verantwoordelijkheid in, maar je kunt… Ook die in eindig, ook die is beperkt, hè. Iemand moet zelf aangeven waar zijn of haar grens ligt, waar dienst grens ligt. En die moet zelf aangeven wat wel werkt en wat niet werkt. Ja, want dat kun je als werkgever niet zomaar invullen. 

ARJEN: Nee. 

LENNAERT: Sterker nog, zodra je het gaat invullen, weet je zeker dat je bij driekwart van de medewerkers aan het verkeerde adres bent. 

ARJEN: Ja. In hoeverre zou jij dan zeggen hier en hier kun jij als werkgever wel een bepaalde rol in spelen of is het wel jouw verantwoordelijkheid? Kun je er iets over zeggen? 

LENNAERT: Ja, nou, het faciliteren van het gesprek, hè. 

ARJEN: Ja, dat is een mooie, ja. 

LENNAERT: Dus het mogelijk maken dat mensen inderdaad in staat zijn om bij een collega of bij een leidinggevende of bij desnoods een vertrouwenspersoon, klinkt zo zwaar, maar bij iemand even in te checken of in te laten checken van: hé, hoe gaat het nou eigenlijk met je? En ben je wel happy met wat je doet en loopt het allemaal wel? 

ARJEN: Dat is natuurlijk ook een beetje een cultuurding, hè. Hebben we met elkaar ook het gesprek over hoe we werk ervaren, of het druk is en of het normaal is om dat gesprek met elkaar te voeren. Dus dat is ook een belangrijk ding, dat moet je eigenlijk faciliteren in de cultuur als werkgever. Dat zou je kunnen doen. En daarbinnen zeg je dan is het dan ook een stuk eigen verantwoordelijkheid om dat dan als professional op te pakken, ja? 

LENNAERT: Ja, maar ook om die signalen te leren herkennen bij jezelf. Als ik het druk heb, ja, dan zit mijn hoofd helemaal vol en dan ga ik heel slecht meer voelen wat er aan de hand is. Dan ben ik alleen maar met die taak bezig. Als je nou leert wat jouw signalen zijn, dan kun je daarop anticiperen en dan kun je dus op tijd gaan bijschaven.  

ARJEN: Ja. Oké, dus je hebt ook wel als menselijk wezen bepaalde dingen die iedereen doet als het eventjes overloopt. Of zeg ik dat… 

LENNAERT: Nou, dat is iets te generalistisch. Iedereen heeft signalen… 

ARJEN: Ja, precies. 

LENNAERT: …of zo’n gedragsverandering in feite… 
 
ARJEN: Ja, precies. 

LENNAERT: …waaraan je kunt merken van: hé, wacht even, doe ik nog wel… Doe ik niet te veel, heb ik niet te weinig rust of heb ik niet… Vind ik de taak die ik moet doen of waar ik mee bezig ben, vind ik dat nog wel leuk? Levert het energie op, ja of nee? Als je dat kunt herkennen bij jezelf, dan ben je in staat om tijdig in te grijpen. Maar het is niet zo dat iedereen altijd op dezelfde manier reageert onder stress. 

ARJEN: Nee, check. Maar inderdaad, je hebt wel bepaalde manieren waarop jij reageert en het is goed van jezelf om die te ontdekken. Zodat je het weet, ja. Waar ik ook wel benieuwd naar ben is iets wat we ook heel veel horen de laatste tijd, ook een beetje een modewoord, werkprivébalans. Ja, het loopt natuurlijk allemaal een beetje door elkaar, ook weer met dat thuiswerken. En dan zou het heel goed kunnen zijn dat we, ja, bovengemiddelde druk ervaren maar dat het dan weer een privéding is. In hoeverre kun je daar dan op het werk wel aandacht voor vragen of ze dat willen oplossen of daar je in mee bemoeien als leidinggevende bijvoorbeeld? Hoe zie jij dat? 

LENNAERT: Ik denk dat het heel belangrijk is. Al was het alleen maar geredeneerd vanuit het perspectief van de werkgever. Ja, als iemand uitvalt, dan valt iemand uit. En de reden, ja, die is eigenlijk in die zin minder belangrijk want jij zit gewoon met een medewerker die niet kan werken. Dan kom je heel erg op het stukje gedrag: de manier waarop iemand zijn werk doet is waarschijnlijk ook de manier waarop hij thuis zijn dingen doet. 

ARJEN: Oh, die is interessant. Ja. 

LENNAERT: Dus je kunt niet zeggen dat uitval door een burn-out werkgerelateerd is. 

ARJEN: Nee. 

LENNAERT: Want het heeft te maken met: hoe zit iemand in elkaar, hoe ziet zijn leven eruit, en wat gebeurt daar allemaal, hè? Het zijn altijd de mensen die heel hard werken, weinig zeggen, weinig klagen, die uitvallen. En wanneer vallen ze uit? Ja, als er ergens iets gebeurt wat er niet meer bijpast. Dat kan thuis of dat kan op het werk of waar dan ook kan dat voorkomen. 

ARJEN: Ja, en zou het natuurlijk ook kunnen zijn dat er veel mensen zijn die dus heel veel ook, hè, werk-privé weer heel veel dingen goed willen doen, hè. Die een soort perfectionisme nastreven. Dat zien we ook veel gebeuren. Herken jij dat ook in werksituaties? 

LENNAERT: Ja, bij mezelf. Ik wil het allemaal perfect hebben. Perfect is mijn perfectie en niet zozeer die van een ander, maar ik moet wel voldoen aan mijn maatstaven. Dat is aan de ene kant heel handig want dat betekent dat de kwaliteit van wat ik lever omhoog gaat. Aan de andere, ja, zodra je daarin doorschiet, en alles moet perfect en je gaat het ook voor anderen doen, nou, dan wordt het lastig. 

ARJEN: Mooi wat je zegt, want je zegt inderdaad naar mijn maatstaven en dan doe ik even de aanname dat dat heel goed is, als je naar je eigen maatstaven probeert te leven. Maar als je inderdaad daar veel met andere maatstaven bezig bent, dan kan het doorslaan in dus wel heel veel druk dus wat ook te veel wordt. 

LENNAERT: Ja. Kijk, als alles een tien moet zijn, ja, dan leg je jezelf zoveel druk op om, ja, dat dat niet heel lang houdbaar is. Laat ik het zo zeggen. Terwijl het wel een goede eigenschap is omdat je dingen namelijk heel goed wilt doen en goed wilt afleveren voor anderen. Dat is prima. 

ARJEN: Ja. Kun je er iets over zeggen hoe je dan in ieder geval dicht bij je eigen maatstaven blijft in plaats van alleen maar gaat proberen te voldoen aan al die verwachtingen die anderen van je hebben? Dat lijkt me heel lastig. 

LENNAERT: Dat is, nou ja, weet je: mensen mogen een tikkeltje eigenwijzer worden. En die mogen best wel wat meer opkomen voor hun eigen belangen, hè. Dus als je het dan hebt over die balans of de regie terugkrijgen: ergens nee tegen zeggen is eng of kan eng zijn want als jij nee tegen iets zegt, dan vindt iemand jou misschien wat minder aardig of die wordt boos of, nou, goed, verzin het. Dus je neemt daarin wel een bepaald risico, een sociaal risico. 

ARJEN: Ja, mooi, ja. 

LENNAERT: Terwijl dat risico eigenlijk alleen maar in jouw hoofd bestaat, want je hebt nog geen nee gezegd namelijk. Je hebt geen idee wat de reactie gaat zijn. En dat is iets wat ik wel vaker terugzie bij de mensen die ik coach: de eerste keer nee zeggen levert heel veel stress op. 

ARJEN: Vooral in aanloop daarnaartoe. 

LENNAERT: Ja, zeker. Want ik ga nu nee zeggen, dat weet ik al. En dan, nou, verhip, wat gebeurt er? De andere partij zegt: oh, oké, dan zoek ik wel iemand anders. 

ARJEN: Ja, precies. 

LENNAERT: Dat zijn letterlijke voorbeelden. En dan blijkt opeens dat dat risico dat jij dacht dat er was, dat dat er helemaal niet is, of in ieder geval in veel mindere mate. 

ARJEN: En dan vul ik nu ook even in dat we denken dat, ja, als we dan ja zeggen, hè, dus we nemen weer extra projecten aan. Doen we er maar even bij vanuit ik wil het altijd goed doen en ik wil die betrokken collega zijn. Dan denk je: nou, dan is het even opgelost. Maar dan vul ik even in, als je dat te veel blijft doen en altijd maar ja blijft zeggen en uiteindelijk heb je jezelf er niet mee maar ook je collega’s omdat je op een gegeven moment jezelf over de kop werkt. 

LENNAERT: Ja, dat klopt, ja. Het is in die zin echt een vicieuze cirkel. Het goede is: wij mensen kunnen dat soort dingen heel lang volhouden, hè. We zijn best wel sterk en we kunnen een hoop hebben, maar op een gegeven moment niet meer. Ja, en als je dat maar lang genoeg volhoudt, dan noem je dat op een gegeven moment een burn-out. 

ARJEN: Ja, precies. Dan kom je daar waar je niet wilt geraken. 

LENNAERT: Precies, ja. 

ARJEN: Ja. En als we het even heel praktisch gaan maken, Lennaert. Ik denk dat, sommige luisteraars die luisteren dit en denken dan: ja, verrek. Ik zit hier eigenlijk ook. Ik heb het veel te druk, te weinig rust of ik zie het misschien wel juist bij een collega. Je noemde heel mooi die stemmingswisselingen. Hé, dat valt me toevallig ook op nu ik het zo hoor. Hoe zou je nou in het klein toch eens wat eerste stappen kunnen gaan zetten in het tegengaan van die druk? 

LENNAERT: Nou, het begint met herkennen. Als je het niet herkent, dan kun je ook geen actie ondernemen. Dus dat is een belangrijke. Dat betekent dat je ook eerlijk moet gaan zijn tegen jezelf. Stel jij herkent van: joh, oh, ik voel dat ik hier wat stress van krijg. Nou, dan moet je eigenlijk even een rustmomentje inbouwen voor jezelf en eens gaan kijken: ja, maar waar krijg ik nu die stress van? Is dat omdat er een deadline aanzit, is dat omdat ik druk voel vanuit een werkgever of vanuit een partner of vanuit een kind, of ergens anders vandaan? En uiteindelijk de vraag stellen: wat ga ik daar nu mee doen? En dan zul je een keuze moeten maken en de consequenties moeten accepteren. 

ARJEN: Ja, precies. Het belangrijke is dus dat je ook zelf heel goed bij jezelf ten rade gaat op het moment dat je een signaal in je lichaam voelt van: oké, ik merk dat ik het nu druk krijgt, en dat je daar dus ook aandacht aan geeft. Want veel mensen die denken van: nou, het zal wel en die gaan dan ook door maar dat is heel belangrijk dat je daar dus een pauzemoment inbouwt zeg je. Als je daar stil gaat staan van: oké, wat gebeurt er in deze situatie en hoe kan ik het hier beter voor mezelf doen? 

LENNAERT: Ja, eigenlijk wel en het gaat dan nog wat dieper: past dit wel bij mij, vind ik het wel leuk? Eigenlijk is de basisvraag: haal ik hier energie uit, ja of nee? 

ARJEN: Dat is wel een hele belangrijke inderdaad. Dus als je dat merkt, dan is dat de vraag: haal ik hier energie uit? 

LENNAERT: Ja. 

ARJEN: Ja, oké. En als het antwoord ja is, doorgaan, en als het antwoord nee is dan in actie komen? 

LENNAERT: Ja, of misschien moet je juist niet in actie komen… 

ARJEN: Ja, precies. 

LENNAERT: …als het antwoord nee is. 

ARJEN: Ja, oké, dus dat is een hele belangrijke. En bij je collega dan, hè, want dat is ook een belangrijke die we ook even aan hebben gehaald. Je ziet het zelf minder, maar bij een collega wel. Hoe zou je dat dan kunnen doen? 

LENNAERT: Je moet zorgen dat daar, en dat kun je niet alleen, dat het veilig is. En zeker als leidinggevende: hoe een bedrijf daarmee omgaat en hoe jij als leidinggevende daarmee omgaat is wel heel belangrijk. Maar verwacht ook vooral niet dat jij als leidinggevende al die problemen moet gaan zitten signaleren of oplossen, want misschien heb ik wel een uitstekende relatie met een andere collega waar ik prima mijn verhaal kwijt kan. Of waarbij de connectie veel beter is of waarbij het dus voor mij veel veiliger is om te zeggen van: nou ja, ik vind het wel heel druk en ik vind dit niet leuk en dat loopt niet. 

ARJEN: Mooi. Wat zijn nou voor jezelf signalen, die zijn misschien moeilijk te achterhalen, maar wat zijn dingen die jij zoal tegenkomt bij mensen die jij mag coachen waarvan je denkt: hé, dan zie je dat je het te druk hebt. 

LENNAERT: Nou, dat is een van de moeilijkste dingen want de hoeveelheid en verscheidenheid aan symptomen, die is enorm, hè. Er zijn mensen die krijgen tinnitus bijvoorbeeld., pak hem beet tien procent denk ik. 

ARJEN: Oorsuizen. 

LENNAERT: Oorsuizen, ja. Of die kunnen zich niet meer goed focussen op het beeldscherm zodra ze daarnaar moeten kijken. Andere mensen krijgen last van hun rug, krijgen last van hun nek. Ja, goed, dat herken je wel dat iemand roept: ja, mijn schouders zitten helemaal vast. Ja, dat is waarschijnlijk niet omdat ze heel hard gesport hebben, maar waarschijnlijk omdat ze heel erg hard ergens anders mee bezig zijn geweest. Als iemand zich bij ons aanmeldt voor coaching of in ieder geval contact opneemt, is een van de eerste vragen die we stellen: ben je al bij de huisarts geweest? Want er kunnen ook gewoon hele legitieme fysieke aandoeningen liggen aan wat jij als symptoom ervaart. 

ARJEN: Oké, dus dat is goed denk ik ook voor de luisteraars om dat te beseffen dat dat soort dingen die net even buiten het normale vallen in het lichamelijk functioneren, dat dat ook zomaar een symptoom zou kunnen zijn van: hé, er gaat even iets de verkeerde kant op op het werk. 

LENNAERT: Ja, en als ze meer willen weten: wij hebben een heel boek gemaakt met eigenlijk een heel groot overzicht met allerlei symptomen en soorten symptomen waarbij de allerbelangrijkste disclaimer nog steeds is: ga naar je huisarts. Ja, want die moeten we zeker niet vergeten. Maar dat is een eBook, staat op onze website, kun je zo downloaden. 

ARJEN: Ja, leuk. Gaan we ook een linkje doen bij de show notes. En nog een vraag over die cultuur, hè, waarin we werken. Want nu kan het zo zijn dat je zelf misschien merkt, dit is niet helemaal de juiste manier, maar dat die cultuur toch van waar je werkt van het bedrijf vraagt: ja, werk maar 40, misschien 50, soms 60 uur per week. En waar het niet geoorloofd is om te zeggen: hé, ga even wat eerder naar huis. Hoe kijk je daar tegenaan? 

LENNAERT: Nou ja, in die zin is dat een keuze van jezelf. 

ARJEN: Ja, om daarin mee te gaan? 

LENNAERT: Om daarin mee te gaan, ja of nee. Kijk, als jij ergens solliciteert en je komt daarbinnen en je wordt met zo’n situatie geconfronteerd, dan ga ik ervanuit dat je dat al wel van tevoren weet. En je weet nog niet of het jou gaat bevallen, ja of nee, hè. Als dat de manier is voor jou om je geld te verdienen, om leuk werk te hebben, goede collega’s te hebben, hè, een beetje de ‘work hard, play hard’ attitude… 

ARJEN: Precies. 

LENNAERT: Ja, prima, dan ga je daar geen burn-out van krijgen in principe. Maar als jij merkt dat je tegen je eigen wezen in als het ware het gevoel hebt dat je daarin mee moet, altijd en dat er geen enkele ruimte is voor enige rust of een manier om iets anders aan te pakken, ja, dan gaat het stress opleveren. 

ARJEN: Mooi. Nou, je hebt ons daar zeker wel wat mooie inzichten voor gegeven. Mag ik je hartelijk bedanken voor je inspiratie? 

LENNAERT: Graag gedaan. 

ARJEN: Dat waren de 1000 stappen met Lennaert Huijing en hopelijk heb je nu een iets beter beeld gekregen van wat druk zijn op het werk precies inhoudt, hoe je dat bij jezelf maar vooral ook bij je collega’s kunt signaleren. Heb je met ons meegelopen, complimenten, en wil je nou nog meer inspiratie? Ga dan naar ZK.nl/zakelijk.