Hoe kun je beter 'nee' zeggen?

Of je nu aan je eerste baan bent begonnen of al tien jaar werkt: nee zeggen op werk is en blijft voor veel mensen lastig. We willen niemand ‘afwijzen’ en proactief over komen. Kom maar op! Maar in sommige gevallen is nee zeggen juist goed voor je carrière! Christianne Leenhouts is psycholoog, coach en trainer en focust zich op gedrag en leiderschap. Samen met Arjen kijkt ze naar manieren om als medewerker meer nee te leren zeggen op werk en voor leidinggevenden om ze hierbij te helpen.

Liever lezen dan luisteren?

Christianne Leenhouts: Ik begrijp dat je het heel graag af wil hebben, en toch voel ik er echt geen tijd voor. Dus de hele tijd zeggen: ‘ik begrijp dat, en toch ik wil ik dat.’ Dat noem je de repeatknop. Ik vind dat zelf heel prettig.

Arjen Banach: Welkom bij 1000 stappen. 1000 stappen om je benen te strekken, even weg te gaan van je werkplek en een frisse neus te halen. Goed voor je lijf en voor je hoofd. Ik, organisatiefuturoloog Arjen Banach, ga ook aan de wandel en wel samen met iemand die ons iets kan leren over gezond werken. Vandaag gaan we het hebben over hoe je beter nee kunt zeggen op het werk, want dat is voor veel mensen niet zo makkelijk. We willen niemand afwijzen en proactief overkomen. Christianne Leenhouts is psycholoog, coach en trainer en focust zich op gedrag en leiderschap. Ze weet als geen ander hoe je als medewerker meer nee kan leren zeggen en hoe je als leidinggevende je medewerkers hierbij kunt helpen. Dus pak je jas en loop met ons mee, zo gaan we samen meer bewegen. Christianne, welkom in de podcast.

Christianne Leenhouts: Ja.

Arjen Banach: Leuk dat je meewandelt, in de regen ook, maar we zitten onder een bladerdek, dus dat is gelukkig mooi. Nou, allereest even voor onze luisteraars: wie ben jij en wat doe je eigenlijk?

Christianne Leenhouts: Ja, Christianne dus. Psycholoog, maar ook werkzaam als coach en als adviseur. En misschien nog wel het belangrijkste: Zeeuwse van origine. Ik hou enorm van het strand en de vrijheid. En ik ben een moeder van twee jongens, hele energieke jongens. Maar op werkgebied dus, ja, met name psycholoog, coach, adviseur.

Arjen Banach: Leuk. Hé, en we gaan het vandaag hebben over het thema nee zeggen. En dat is iets wat volgens mij iedereen weleens tegenkomt in z’n werk van… Nou, vooral het gevoel achteraf, van: ‘ik had misschien nu een keertje nee moeten zeggen.’ Kan je misschien allereerst dan even uitleggen van: waarom is het een thema waar jij je mee bezighoudt en waarom is het belangrijk?

Christianne Leenhouts: Ja, ik ben veel bezig met het thema veerkracht en ook met: hoe blijf ik nou wel een beetje bij mezelf in heftige contexten waarin we soms zitten, hè? Dus in de zorg heb je met hele mondige patiënten te maken, in het onderwijs heb je te maken met hele hoge eisen die een allerlei ouders ineens van je hebben als leerkracht. Maar ook in de wat meer corporate omgeving hè, heel veel verwachtingen vanuit, ja, de cultuur die we met z’n allen hebben, hard werken. En in al die context is het eigenlijk best wel lastig om dichtbij jezelf te blijven door de verwachtingen die er zijn. En vaak ook door de verwachtingen die je zelf van jezelf hebt.

Arjen Banach: Oké, die verwachtingen van anderen, die komt mij heel herkenbaar voor. Dat mensen iets van jou verwachten. En ja, om leuk gevonden te worden of om geaccepteerd te worden gedraag je je daar maar naar, maar die verwachtingen van jezelf, die moet je even nader toelichten.

Christianne Leenhouts: Ja, ja. Nou, dan moeten we toch een klein beetje de psychologie in, hè. Wat je eigenlijk zou kunnen zeggen is dat je als mens uit verschillende delen bestaat. Dat noem je in de theorie van Voice Dialogue ook wel subpersonen. Nou, misschien ken je het wel dat je bijvoorbeeld bij een vriendengroep van vroeger bent, dat je ineens onwijs de lolbroek bent of dat je, als je weer in je gezin van herkomst komt, dat je weer een beetje de rebel wordt of zo, hè. Die heb je allemaal in je.

Arjen Banach: Dat mensen zeggen van: ‘oh, in de relatie is het een heel ander persoon dan inderdaad bij vrienden.’ Dat ook zo’n partner dat herkent, van: ‘als ie dan bij mij is doet ie thuis zo,’ en heeft de man soms zelfs een hoger stemmetje. Terwijl, bij vrienden is het dan in één keer veel lager.

Christianne Leenhouts: Ja, dat is het precies. Dus je hebt al die delen in je. Alleen, afhankelijk van de context waarin je je bevindt zet je de één, of de relatie waarin je je bevindt, zet je de één wat meer naar voren dan de ander. Dus we hebben bijna allemaal wel een perfectionist en we hebben allemaal wel een innerlijke criticus en we hebben allemaal een pleaser en we hebben allemaal wel een pusher. Je hebt er nog veel meer, maar dit zijn er denk ik, nou, die we allemaal wel herkennen.

Arjen Banach: Kun je ze heel kort misschien even langslopen? Want het zijn wel interessante. De innerlijke criticus is kritisch op alles wat je doet, of…

Christianne Leenhouts: Ja, op alles wat je zelf doet. En je hebt er ook nog één, die is kritisch op wat anderen doen. Dat is een beetje de rechter, dus die kun je beide hebben. En als je ze allebei hebt noem je ze eigenlijk de tweekoppige draak, want die zijn samen… Ze kunnen dus ook elkaar nog versterken, hè. Ze kunnen bondjes sluiten. Ja, en daardoor kan het best wel zijn dat je bijvoorbeeld zegt, zo’n innerlijke criticus: ‘ja kom op, dit werk hoor je toch af te kunnen hebben.’ Of: ‘je andere collega’s kunnen dit toch ook?’ Weet je, dus die is vooral heel kritisch. Ja, de perfectionist, die ja, die spreekt voor zich hè, die wil het heel graag heel goed doen.

Arjen Banach: Ja, precies, precies, ja.

Christianne Leenhouts: En dan zo’n pusher, die wil heel graag gewoon bergen kunnen verzetten. De pleaser, die wil heel graag in verbinding met de anderen blijven. Dus die doet heel erg z’n best om maar de relatie goed te houden. Nou ja, dat zijn er zomaar vier die waarschijnlijk wel allemaal in ons hebben.

Arjen Banach: Precies. En dan kan ik me voorstellen dat die pleaser, dat daar ook een beetje het nee zeggen, dat het daar een beetje mee te maken heeft, of ga ik nu te snel?

Christianne Leenhouts: Nou… Ja, je gaat snel. Dat zou kunnen, zeker. Maar het kan ook bijvoorbeeld de verbinder in jou zijn die heel graag in verbinder met andere mensen wil blijven, die het lastig vindt om nee te zeggen. En heel vaak zijn ze geboren vanuit… Hè zijn ze ontstaan vanuit oude boodschappen. Als mijn kinderen hun rapport bijvoorbeeld krijgen dan zeg ik heel vaak: ‘het belangrijkste vind ik dat je gewoon je best heb gedaan.’ Nou, als je dat continu maar krijgt te horen, je moet altijd je best doen, dan kan het best wel zijn dat die pusher dan altijd maar alles geven heel erg aangaat, en dat kan ook de reden zijn waarom je het moeilijk vindt om nee te zeggen bijvoorbeeld, hè. Maar een pleaser kan dat ook weer doen om een ander niet teleur te willen stellen. Dus als jij van je ouders altijd maar hebt gehoord: ‘het gaat altijd eerst om de ander of je moet altijd eerst aan een ander denken,’ nou, dan kan het zijn dat het vanuit daar heel lastig voor je is.

Arjen Banach: Ja. Dus we moeten eigenlijk helemaal terug naar de kindertijd. Dus dan gaan we het een beetje hebben over nurture, waar misschien al een beetje is bepaald hoe en of jij het lastig vindt om nee te zeggen in je werk.

Christianne Leenhouts: Ja, ja, ja, dat gaat toch wel heel… Ik zou willen dat ik kon zeggen: nee, dat maakt allemaal niks uit. Maar het gaat toch wel heel vaak inderdaad over wat je van je ouders hebt meegekregen. Daar zijn ze vaak ontstaan en door die contexten waar we het eigenlijk net over hadden, worden ze vaak wel versterkt, hè. Dus als jij iedereen om je heen keihard ziet werken bij, nou ja, advocatenkantoren of banken of in de zorg, hè. Er wordt ongelofelijk hard gewerkt, ja, dan wordt dat eigenlijk nog eens extra gevoed. Dus dan heb je dat al meegekregen, en dan wordt het ook nog eens gevoed dat het eigenlijk ook maar heel normaal is. Ja, zeg dan nog maar eens nee.

Arjen Banach: Precies. Maar dan ligt de sleutel misschien tot dat misschien wel durven doen ook dan door terug te gaan naar je kindertijd en eens te kijken van: wat was daar primair aanwezig of…

Christianne Leenhouts: Ja, dat kan heel verhelderend zijn. Dus een vraag die je jezelf dan kan stellen is: wat hing er vroeger bij mij aan de schouw op een bordje? Van: denk altijd eerst aan de ander? Of…

Arjen Banach: Niet lullen maar poetsen.

Christianne Leenhouts: Ja, dan is de kans groot dat je echt zo’n bergenverzetter in je hebt, hè. Je gaat altijd maar door. Of het moet goed zijn of je moet je best doen. En dat hebben je ouders vaak met de beste intenties gedaan hè, daar is helemaal niks mis mee. Maar het is wel fijn om te kijken, ja, of ze niet te veel aan je trekken, of ze niet te zwaar beslag op je leggen en welke het zijn natuurlijk. En of je er ook niet iets anders tegenover kan zetten. Dus bijvoorbeeld tegenover een pleaser kan je ook een gezonde egoïst zetten die gewoon soms eens denkt: nou, ik vind het nu genoeg of ik heb genoeg gedaan vandaag. Of het is al de vierde keer dat ik dit project trek, nou mag een ander het doen. Dus dat is zeker heel waardevol.

Arjen Banach: Oké. Maar is dat dan ook een beetje… Ja, dat klinkt wel heel makkelijk nu, maar het stappenplan? Dat je dus teruggaat en kijkt van: hé, welke rol is dan primair? Welke innerlijke ik als het ware primair aanwezig? En dan moet je daar de tegenovergestelde, eens kijken van wat dat dan is? Zit daar dan de oplossing?

Christianne Leenhouts: Dat kan. Eigenlijk is het op één dat je gaat kijken: hé, welk deel in mij vind ik nu zo lastig hè, om nee te zeggen. Dan kan het heel verhelderend zijn om eens terug te kijken: waar is dat nou eigenlijk ontstaan? Oh, ik herken het eigenlijk wel als ik aan m’n gezin van herkomst denk en aan m’n opvoeding. En dan kan je gaan kijken: maar wil ik nog wel dat die me zo beïnvloed of kan ik hem een beetje verlichten? En dat zou je kunnen doen door er iemand anders tegenover te zetten of om je er gewoon bewust van te worden. Dat is ook al super, van: oh, daar gaat m’n pusher weer. Of: oh, daar is m’n pleaser weer. Zo, hè.

Arjen Banach: En zijn er dan… Want ik denk dat het begint met die bewustwording dan natuurlijk, van eens bewust worden van: waar zit dat dan hè, die emotie, dat je dat moeilijk vindt? Zijn er meer manieren om erachter te komen of misschien de pusher of de pleaser primair bij je aanwezig is?

Christianne Leenhouts: Ja, dat zie je heel vaak gewoon terug in het gedrag van mensen. Dus als je iemand in een vergadering of zo altijd ziet zeggen: ‘oh, dat pak ik wel op,’ of juist altijd achterover ziet leunen, ja, dan is het gewoon heel zichtbaar welke subpersonen daar zomaar eens voorin kunnen zitten, hè. Maar wat wel… Kijkt, het klinkt nu alsof het heel makkelijk is. Het klinkt als: oh joh, dat zijn gewoon die delen van jou. Maar ze beschermen vaak wel iets wat je heel spannend vindt. Dus het is niet altijd maar zo makkelijk om erachter te komen, hoor. Als je bijvoorbeeld een sterke perfectionist hebt, dan beschermt ie waarschijnlijk bijvoorbeeld de angst om het een keer helemaal fout te doen of om te falen of zo. Of als je een hele sterke pleaser hebt of een sterke verbinder, dan vindt iemand het misschien wel heel eng om uit verbinding met iemand te gaan en in conflictsituaties te komen. Dus heel vaak is het ook best wel moeilijk om ze zomaar los te laten, want ze beschermen ook iets in jou.

Arjen Banach: Ja. En wat me net nog te binnenschoot, is het dan ook zo dat andere mensen misschien nog makkelijker kunnen zien welke personen dan in jou zitten omdat je dat zelf kan zien of zit dat niet zo?

Christianne Leenhouts: Ja, dat ligt een beetje aan je eigen bewustzijn. Dat is wel een interessante vraag.

Arjen Banach: Want ik kan me voorstellen dat collega’s bijvoorbeeld hè, als we toch even in die werksfeer hebben van: ja, zeg nou wat vaker nee. Dat collega’s misschien ook wel een beetje voelen van: ja, dit is iemand die erg pusherig is of…

Christianne Leenhouts: Ja, ja. En daarom denk ik echt dat het heel waardevol is om regelmatig feedback op te halen, omdat het echt in je blinde vlek kan zitten. Dat je denkt: oh, doe ik dat echt? Oh, wat erg. Jazeker. Een ander kan dat heel vaak goed zien bij je.

Arjen Banach: Ja. Dat is natuurlijk iets wat misschien sowieso wel weinig gebeurt natuurlijk op de werkvloer, hè. De echt elkaar op een open, eerlijke, gelijkwaardige manier feedback geven. En dat kan ook juist weer een voedingsbron zijn van dan vaker je uit durven spreken en nee durven zeggen.

Christianne Leenhouts: Absoluut. Het is voor heel veel mensen heel spannend, ja.

Arjen Banach: Hé Christianne, zou jij nog als psychologe kunnen duiden wat er dan gebeurt als je dan daar geen aandacht voor hebt, voor dit thema, en dus te vaak geen nee zegt?

Christianne Leenhouts: Ja, wat er dan dus gebeurt is dat één van die subpersonen te veel met je aan de haal is, hè. Dus dat je zelf niet ziet dat die pleaser maar weer ja zegt of die verbinder die niet in conflict durft te zijn maar weer ja zegt. Of dat die perfectionist die het zo graag goed wil doen maar weer ja zegt. Allemaal om datgene wat je spannend vindt, bijvoorbeeld falen of alleen zijn of uiteindelijk niet nuttig te zijn of niet in controle te zijn, al die basale angsten die elk mens heeft, om die maar niet te hoeven voelen. Ja.

Arjen Banach: En nou kan ik me voorstellen dat veel… Ja, die herkennen zich hierin, hè. Maar dat is natuurlijk ook iets wat je net aangaf, iets hyper-persoonlijks.

Christianne Leenhouts: Ja.

Arjen Banach: Een beetje een rare vraag misschien, maar is het ook leuk om hiermee aan de slag te gaan? Heb je ook het gevoel dat het zin heeft of is het ook wel iets dat angstig kan zijn?

Christianne Leenhouts: Nou, dit kan zeker wel spannend zijn. Omdat je eigenlijk wel een beetje wordt gedwongen om te reflecteren van: waaruit is dit nou ontstaan, hè? En het is iets wat continu in al je handelen naar voren komt. Dus je moet ook zin hebben om dit onder de loep te nemen en het ook durven. Maar ik vind zelf het werken met die subpersonen wel ook nog een speelse manier om naar jezelf te kijken.

Arjen Banach: Nou hebben we dus allemaal van die verschillende ik’en in onszelf zitten.

Christianne Leenhouts: Ja.

Arjen Banach: Is dat dan erg? Want de ene zal het misschien ook iets meer hebben dan de ander, meer primair aanwezig. Is dat erg, dat dat zo is?

Christianne Leenhouts: Nou, helemaal niet. Je bent juist al die delen bij elkaar opgeteld en vaak brengen ze je ook heel veel, hè. Dus we hebben nu gekeken hoe die delen soms niet helpen om nee te zeggen, maar ze zijn ook hartstikke fijn. Dus bijvoorbeeld een perfectionist zorgt ervoor dat je gewoon heel vaak goed werk oplevert. En een pleaser zorgt ervoor dat jij misschien een hartstikke lieve goeie verpleegkundige bent. Het gaat er alleen om dat je bij jezelf gaat voelen wanneer ie te veel aanstaat en wanneer ie jou over je grenzen dwingt, want dat is eigenlijk waar we het over hebben met nee zeggen hè, dat je eigenlijk over je eigen grens heengaat. En soms moet het even, hè. Soms heb je een deadline en dan moet je even keihard aan iets werken, en dan is het heerlijk als je pusher even aangaat een paar dagen. Maar je mag ook weer voelen wanneer het genoeg is en dat je gewoon weer ze een beetje uit kan zetten. Eigenlijk een beetje tunen zo, hè. Volumeknoppen.

Arjen Banach: Ja, ja, mooi. Ja, dat is een mooie metafoor. En als we het dan nog even in de werksfeer trekken hè, dan denk ik toch wel, de meest voorkomende situatie, toch dat mensen op een gegeven moment het gevoel krijgen: ‘ja, ik zou nu misschien wel nee willen zeggen, maar dan ben ik bang voor afwijzing. Ik ben bang dat ik misschien niet betrokken overkom bij m’n collega's,’ dat dat misschien nog wel de meest voornaamste reden is dat mensen daar moeite mee hebben. In zo’n situatie, wat kunnen we dan gaan doen?

Christianne Leenhouts: Nou, dan zou je, en dat is een beetje cognitieve gedragstherapie, dan zou je kunnen zeggen: is dat een reële angst, hè? Heb ik dat al tien keer eerder gedaan en staat m’n baan ook op het spel? Heel vaak is dat dan niet zo. Dus je zou even die, nou ja, realiteitscheck voor jezelf kunnen doen. En daarnaast, wat heel fijn kan werken, is dat je op zo’n moment zegt: ‘ik zet de gezonde egoïst er nu even tegenover en ik ga eens even, nou, kijken of ik gewoon nu een beslissing kan maken die goed is voor mezelf.’

Arjen Banach: En is er nog iets waardoor we dat kunnen stimuleren, dat je misschien… Want meestal komt er een momentje dat… Die realiteitszin komt ook pas achteraf, dat je denkt: oh, had ik nou maar nee gezegd. En dan is het eigenlijk al te laat. Dus hoe kunnen we ervoor zorgen dat we ook op dat moment die gezonde egoïst net even naar voren schuiven?

Christianne Leenhouts: Nou weet je, daar heb ik echt ooit een hele goeie tip voor gekregen van mijn collega Gijs Dekkers, die ook bij de School for Life lesgeeft. En die zei ooit: ‘achter elke nee zit ook een ja.’ En dat is best wel een bekende quote, maar die ben ik gaan toepassen en dat is zo fijn. Dus als je, nou, bijvoorbeeld wordt gevraagd: ‘wil jij weer de trekker van dit project zijn,’ en je zegt daar een keer nee tegen, dat kun je natuurlijk niet altijd doen, maar je zegt dan nee, dan zit daar ook een ja achter. En als je gaat voelen wat die ja is wordt nee zeggen veel minder erg. Dus dan zeg je misschien wel ja tegen aan twee andere projecten werken waar je het super naar je zin hebt. Of je zegt ja tegen wel op tijd thuis zijn. Of je zegt ja tegen een opleiding die je heel graag wilde doen. Dus als je gaat voelen dat je ook ergens ja tegen zegt op het moment dat je nee zegt, dan wordt het veel lichter om die nee te zeggen.

Arjen Banach: Kijk, dat is mooi.

Christianne Leenhouts: Snap je wat ik bedoel?

Arjen Banach: Ja, zeker. Dat is een hele mooie. Nou zijn er natuurlijk ook verschillende manieren, zou je kunnen zeggen, van nee zeggen. Je hebt natuurlijk de hele harde nee, maar misschien ook wel een soort afgezwakte nee waarin mensen een soort toch proberen: nou, dan ga ik de mensen zo min mogelijk tegen de borst stuiten. Is dat dan ook nog gevaarlijk, als je dan zo’n halve nee zegt?

Christianne Leenhouts: Ja, dan geef je de ander wel weer ruimte, hè. Dus die pusher van de ander gaat dan natuurlijk alleen maar aan, want die denkt dan: aha, ik voel toch nog een mogelijkheid. Dus als je bijvoorbeeld zegt: ‘ja nee, eigenlijk niet. Nou ja, misschien heb ik aan het eind van de week nog wel tijd om ernaar te kijken.’ Dan denkt die ander: zo hè, lekker geregeld. Wat dan heel fijn kan zijn is om steeds weer het zinnetje voor jezelf te herhalen: ik begrijp dat je het heel graag af wil hebben deze week, en toch voel ik er echt geen tijd voor. Dus de hele tijd zeggen: ‘ik begrijp dat, en toch wil ik dat.’ En dat de hele tijd. En je zal merken, als je dat zinnetje twee, drie keer zegt, ja, dan voelt de ander echt niet meer het fatsoen om nog harder door te pushen. Dat kan je dan eigenlijk gewoon niet meer maken. Dat noem je de repeatknop. Ik vind dat zelf wel heel prettig.

Arjen Banach: Dus dat is goed luisteren naar wat de ander van je wil, van je vraagt, dat ook teruggeven zodat je dus ook wel aangeeft dat je hem of haar wel degelijk heel goed begrijpt en daar ook naar luistert, maar dan vervolgens dicht bij jezelf blijven en aangeven van: ‘het gaat even niet, joh.’

Christianne Leenhouts: Ja, het is ook een lekkere in de opvoeding.

Arjen Banach: Oké.

Christianne Leenhouts: Het is heel: ‘ik begrijp dat je nu nog even achter je scherm wil zitten, en toch wil ik dat je komt eten.’ ‘Ja, maar ik zit middenin in een spel.’ ‘Ik begrijp dart je middenin je spel zit, en toch wil ik dat je nu komt eten.’ Ja, dan moet die ander wel heel hard door blijven pushen om daar nog tegenin te gaan. Dat kun je ook prima op het werk doen.

Arjen Banach: Nou, dan gaan we die onthouden, de repeatknop. En de nee daarbij niet afzwakken.

Christianne Leenhouts: Precies.

Arjen Banach: En dan denk ik gelijk even door, maar dan werkt ie dus eigenlijk ook andersom zo? Want als je altijd maar ja zegt, dan zeg je ook ergens nee tegen.

Christianne Leenhouts: Ja, precies. Ja, hij is eigenlijk dubbel interpretabel. Ja, dat is helemaal waar.

Arjen Banach: Maar als ie altijd maar ja zegt, dan ben ik dus ook misschien minder vaak thuis, minder bereikbaar voor m’n partner, kinderen, noem maar op. Zo in die richting, ja.

Christianne Leenhouts: Ja, ja, absoluut.

Arjen Banach: Ja. Christianne, als we dit nou in ons team hè, met collega’s, het toch iets meer normaal willen maken. Dat we dat toch kunnen doen en dat we dat ook accepteren van elkaar, kan je daar nog iets over zeggen? Van: hoe kunnen we dat nou iets meer geaccepteerd maken zodat we dan niet met scheven blikken elkaar gaan aankijken maar dat we gewoon zeggen: ‘hé, goed dat je dat doet?’

Christianne Leenhouts: Ja, ik denk dat het enorm kan helpen om eens een sessie met elkaar te hebben over: oh ja, wat gaat er bij mij van nature nou snel aan, hè? Die pleaser of die pusher of zo. Dus dat dat leuk is om een keer met elkaar over te hebben. En dat je vervolgens gaat kijken wat je dus… Ja, wat je er tegenover zou kunnen zetten en wat dat dan betekent in termen van gedrag, hè. Dus dat je zegt: ‘nou ja, als ik merk dat mijn pusher het weer overneemt, dan geef ik een signaal. Of ik zeg: oh, daar gaat ie weer, weet je wel.’ En dat je dan kan zeggen: ‘ja, nu kies ik er toch voor om even ja tegen iets anders te zeggen. Dat is eigenlijk de regel waar we het net over hadden.

Arjen Banach: Precies. Als we dit dan in een team bespreekbaar gaan maken, dan zul je denk ik ook wel merken dat er verschillende persoonsvormen zijn. Mensen die dit makkelijker misschien kunnen, mensen die zich moeilijker uit kunnen spreken.

Christianne Leenhouts: Ja, zeker.

Arjen Banach: Hoe kijk jij daar tegenaan?

Christianne Leenhouts: Nou ja, wat ik vaak merk, ook als docent, waar ik zelf op moet letten als ik voor groepen sta, of als coach of trainer, is dat: we gaan er zo vanuit dat heel veel mensen maar extravert zijn hè, en gelijk tot een antwoord kunnen komen of gelijk kunnen reflecteren en dat dan willen delen in de groep. Maar als je nou zo’n sessie met een team hebt en je weet dat daar wat meer introverte mensen inzitten, dan kan ik me zomaar voorstellen dat je die ook mee wil geven dat het prima is om ze even tijd te geven om hierover na te denken. En dat is ook zo met nee zeggen. We verwachten maar dat mensen gelijk ja of nee zeggen, maar de wat introvertere mensen vinden het heerlijk om even tijd te mogen kopen, hè. Dus dat zou misschien ook nog wel een tip kunnen zijn. Koop gewoon even tijd. Als jij denkt: nou, ik weet het nog even niet, of ik in wil stappen op dit project of ik vanavond nog dat stuk wil inleveren. Zeg dan gewoon even: ‘ik ga even koffie halen, geef me even tien minuutjes om erover na te denken.’ Of misschien; ‘geef me even de tijd tot morgen, en dan laat ik je morgen weten wat ik ermee doe, hè.’ Dus ik zou ook hier, ja, de wat introvertere mens wat meer ruimte willen geven, al ben ik zelf hartstikke extravert, maar ik zie vaak dat we zo veel van die mensen vragen op zo’n moment. Dus rondom nee zeggen zou dat voor de introvertere mensen ook nog wel fijn kunnen zijn denk ik.

Arjen Banach: Ja. Nou, en als ik die eventjes… Ik kan het me ook voorstellen, want jij schetste in het begin mooi de drukte waarin we toch allemaal werken en leven. En dat juist misschien vanuit die drukte, dat het ook toch wel een beetje pusherigs zou kunnen zijn, dat we toch sneller geneigd zijn om overal maar ja tegen te zeggen in werk. Terwijl juist op het moment dat je iets meer de ruimte hebt ook alles goed kan overzien en dan ook vaker eerder tot een weloverwogen nee misschien durft te komen. Dat je dan alles meer in het overzicht hebt.

Christianne Leenhouts: Zeker, dus je hebt cognitief, heb je gewoon meer overzicht hè, van alles wat er moet gebeuren in je komende weken, maanden. Maar ik denk zelf ook dat je wat meer kan voelen bij jezelf of jij aan je grens zit als je het wat rustiger hebt, hè. Dus als je… Nou, dat je kan denken: overzie ik het nog? Maar dat je ook kan voelen: nu merk ik aan m’n schouders of aan m’n rug of zo dat ik echt aan een grens zit en dat het antwoord nee moet zijn.

Arjen Banach: Mooi. Dus even dus de rust, de ruimte inbouwen en dan even de incheck bij jezelf doen van: hoe sta ik er op dit moment voor? Dat kan al helpen?

Christianne Leenhouts: Precies, ja. Wat een goed woord. Even de incheck bij jezelf. Ja. Dat is het.

Arjen Banach: Mooi. Nou Christianne, mag ik je hartelijk danken voor je inspiratie?

Christianne Leenhouts: Ja, heel graag gedaan

Arjen Banach: Dat waren de 1000 stappen met Christianne Leenhouts. En hopelijk heb je nu een idee gekregen van hoe je beter nee kunt zeggen en heb je meer inspiratie gekregen om een eerste stap te zetten richting meer ontspannen werken. Heb je met ons meegewandeld? Goed bezig. Nog niet? Loop dan de volgende keer met ons mee. Lekker voor je lijf en je hoofd. Wil je nu nog meer inspiratie? Ga dan naar www.zilverenkruis.nl/meerontspannen. Ben je een vaste luisteraar en dacht je: hé, een andere tune? Dat klopt. 1000 stappen wordt namelijk beluisterd door meer mensen dan alleen leidinggevenden en is eigenlijk interessant voor iedereen met een baan. Dus het was tijd voor een nieuw jasje.