Hoe werken zorgverzekeraars eraan om kraamzorg toekomstbestending te houden?

17-06-2025

Ouders en hun pas geboren kindje hebben recht op goede kraamzorg. Deze ondersteuning geeft pasgeboren baby’s een goede start en helpt de ouders in de eerste dagen na een geboorte. Kraamzorgorganisaties werken hard om ervoor te zorgen dat iedere moeder de zorg krijgt die zij nodig heeft. Echter, vanwege het tekort aan personeel is dit een steeds grotere uitdaging. Ook zorginhoudelijke en technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat verandering nodig is. De ambitie van zorgverzekeraars is helder: wie dat nodig heeft, blijft toegang houden tot passende kraamzorg.

""

Hoeveel kraamzorg er beschikbaar is, verschilt per regio en per periode. In de winter is vaak genoeg kraamzorg beschikbaar, terwijl er in de zomer in bepaalde gebieden meer moeite is om de roosters rond te krijgen. Het minimum voor kraamzorg is 24 uur in 7 à 8 dagen. In tijden van schaarste is een goede verdeling van zorg belangrijk om ervoor te zorgen dat pas bevallen moeders minimaal deze 24 uur kraamzorg ontvangen. Is meer kraamzorg nodig, dan kijken de kraamzorgorganisatie en verloskundige of ze dat kunnen leveren. In veel gevallen vindt er aanvullende digitale kraamzorg plaats, bijvoorbeeld door beeldbellen met een kraamverzorgende of het kijken naar informatieve filmpjes die voorlichting of instructie geven.

Goede verdeling

In veel gebieden met een beperkte beschikbaarheid van zorguren en personeel, verloopt de verdeling van zorg in goede samenwerking volgens de afspraken in het zogeheten Normenkader. Dit is het protocol dat in krappe regio’s van toepassing is en dat ervoor zorgt dat de capaciteit die er wél is zo goed mogelijk wordt gespreid over zoveel mogelijk gezinnen. Sommige regio’s werken al met een wachtlijsttool. Met deze tool worden cliënten en zorgaanbieders bij schaarste aan elkaar gekoppeld.

Stappen

Zorgverzekeraars hebben de (wettelijke) plicht om ervoor te zorgen dat de kraamzorg in Nederland toegankelijk blijft. Samen met onder andere zorgaanbieders en de brancheorganisatie BO geboortezorg werken zij hard, om de zaken aan te pakken die de toegang tot kraamzorg onder druk zetten. In de afgelopen jaren zijn er al diverse stappen gezet:

  • Sinds 2023 betalen zorgverzekeraars 10 procent meer dan de door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgestelde tarieven. Dit geeft kraamzorgorganisaties de mogelijkheid om bijvoorbeeld extra investeringen te doen in regionale coördinatie van de zorg: wie krijgt waar kraamzorg van welke professional. Ook wordt het hogere tarief gebruikt om de kosten die optreden als kraamzorgprofessionals twee of meer cliënten op één dag bezoeken en voor het opzetten van kraamcentra.
  • Zorgverzekeraars hebben in totaal 8 miljoen euro geïnvesteerd in een opleidingsfonds voor nieuwe professionals. Dankzij dit opleidingsfonds zijn in het voorjaar van 2024 ruim 250 extra leerling kraamverzorgenden aan de opleiding begonnen. In september 2024 en begin 2025 startten weer nieuwe groepen. In totaal zijn daardoor bijna 400 extra leerlingen op weg naar een baan in de kraamzorg.
  • Als de capaciteit in bepaalde regio’s te krap wordt, gaan zorgverzekeraars in overleg met de lokale samenwerkingsverbanden van kraamzorgaanbieders (KSV’s) om tot een oplossing te komen. Zo zijn de afgelopen tijd meerdere kraamcentra geopend. In Rotterdam bestaan bijvoorbeeld al jaren met succes kraamcentra. Daarnaast biedt in piekperiodes een tijdelijk kraamcentrum uitkomst, zoals al eerder is gebeurd in Eindhoven en Utrecht. Kraamcentra zijn fijn voor het personeel omdat het bijdraagt aan een goede werk-privé balans. Bovendien maken ze goede begeleiding bij de geboorte mogelijk.
  • Samen met BO Geboortezorg is een visie opgesteld die richting geeft om de uitdagingen op korte en lange termijn aan te pakken. De visie beschrijft wat de gewenste situatie is en welke veranderingen daarvoor nodig zijn. De benodigde acties zijn per thema beschreven in een zogeheten versnellingsagenda. Door met alle betrokken partijen samen te werken aan deze versnellingsagenda moet de verandering die nodig is in 2030 gereed zijn.

Passende kraamzorg – update landelijk protocol 2008

Het aantal uren kraamzorg waarop gezinnen volgens de geldende regels recht hebben is in 2008 vastgelegd in het Landelijk Indicatie Protocol (LIP). Onder andere door wijzigingen in het vaderschapsverlof – nu 15 x meer dan in 2008 – is dit protocol verouderd. Daarom werkt de hele sector samen aan een nieuw protocol dat past bij de behoeften van kraamvrouwen en beter aansluit bij de ontwikkelingen in de maatschappij.

Meer weten over dit artikel? Neem contact op met onze woordvoerder

Volg ons

Stel uw vragen en praat met ons mee over actuele onderwerpen.

Volg ons op: