ELV

Informatie over ELV voor huisartsen.

Vragen & antwoorden

  • ELV laag complex (voor een enkelvoudige aandoening). De huisarts heeft de verantwoordelijkheid voor de medische zorgverlening.
  • ELV hoog complex (voor meerdere en elkaar beïnvloedende aandoeningen of beperkingen). ADL worden van de patiënt overgenomen en er wordt toezicht en sturing geboden De specialist ouderengeneeskunde heeft de medische verantwoordelijkheid bij hoog complexe zorg. Deze verantwoordelijkheid kan ook worden overgedragen aan een arts verstandelijk gehandicapten (AVG).
  • ELV voor palliatief terminale zorg (PTZ) (waarbij de levensverwachting van de patiënt volgens de behandelend arts gemiddeld drie maanden of korter zal zijn). ADL worden van de patiënt veelal overgenomen, aansluitend bij het verloop van deze terminale levensfase.

De ELV-zorg bestaat uit:

  • Verblijf voor zorg die medisch noodzakelijk is (inclusief huisvestingskosten; inventaris, eten en drinken, schoonmaak, linnengoed, outillagemiddelen etc)
  • 24-uurs beschikbaarheid en zorglevering van verpleging en/of verzorging
  • Geneeskundige zorg geleverd door de specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk gehandicapten
  • Paramedische zorg (fysiotherapie, oefentherapie Mensendieck/Cesar, logopedie, diëtetiek en ergotherapie) die samenhangt met de indicatie voor dit verblijf

Deze zorg valt niet onder ELV-zorg:

  • Paramedische zorg die niet samenhangt met de indicatie voor verblijf. Dat betekent dat indien een patiënt thuis al paramedische zorg ontvangt, voor een andere indicatie dan die waarvoor hij/zij in het eerstelijnsverblijf is opgenomen, en deze zorg wordt voortgezet, deze zorg niet onder de ELV-zorg valt
  • Farmaceutische zorg
  • De geneeskundige zorg geleverd door de huisarts

Bij laag complexe zorg ligt het hoofdbehandelaarschap in principe bij de huisarts. Bij hoog complexe zorg valt de patiënt onder de medische verantwoordelijkheid van de specialist ouderengeneeskunde zowel overdag als inde ANW-uren. Afwijkingen van dit uitgangspunt zijn mogelijk, indien hierover andere regionale, lokale of op de situatie van de patiënt afgestemde afspraken zijn gemaakt.

De huisarts en de medisch specialist die op dat moment de patiënt in behandeling heeft mogen doorverwijzen. De zorgverlener kan hierbij gebruik maken van het Verenso afwegingsinstrument. Deze is te terug op de website van Verenso.