Palliatieve terminale zorg (PTZ)

Zilveren Kruis wil goede palliatieve zorg voor alle verzekerden, conform de kwaliteitskaders ‘Wijkverpleging’ en ‘Palliatieve Zorg’. Wij stimuleren doelmatige zorg in de wijkverpleging om de betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor onze klant te borgen. Zilveren Kruis wil daarbij dat de zorg bewezen effectief is om de beperkte capaciteit efficiënt en effectief in te zetten.

Wij willen u als zorgaanbieder voor de toekomst graag beter ondersteunen en zo achteraf controles voorkomen

Uit onze onderzoekservaringen blijkt dat langdurige PTZ-declaraties niet altijd doel- en/of rechtmatig zijn conform de beleidsregel Wijkverpleging (NZa). Hierom voeren wij voor een kleine en specifieke groep een korte checkvraag in. Aan de hand van ons advies kunt u tijdig evalueren of de juiste zorg op de juiste plek wordt geleverd, en zoals bedoeld volgens het Normenkader (V&VN, 2014) en het Begrippenkader Indicatieproces (V&VN, 2019).

Bekijk ook onderstaande veelgestelde vragen over PTZ

Wij helpen u graag bij de inzet van doelmatige zorg. Heeft u vragen? Of zoekt u ondersteuning voor deze categorie cliënten die langdurige intensieve zorg nodig hebben? Neem voor advies gerust contact met op met onze afdeling Naleving & Controle via naleving.dzg@zilverenkruis.nl.

Wanneer er zorg wordt geleverd aan een cliënt met een levensverwachting die korter is dan drie maanden spreekt men over Palliatief Terminale Zorg (PTZ). Dit markeringsmoment wordt door een (huis)arts vastgesteld. In de palliatieve terminale fase zijn er andere zorgdoelen, want de focus gaat van ziektegerichte zorg (gezondheid verbeteren of stabiliseren) naar symptoomlastenbestrijding (comfortabel sterven). Het indiceren voor zorg in een palliatieve terminale fase gaat niet anders dan bij een ‘normale’ indicatiestelling. De hbo- of master opgeleide verpleegkundige doorloopt ook bij PTZ het verpleegkundig proces en stelt op basis van de diagnoses en gewenste resultaten (zorgdoelen) vast welke zorg nodig is (V&VN, 2019).

Zilveren Kruis vergoedt PTZ conform de richtlijnen van de beroepsgroep en de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de duiding Zorginstituut. Dit betekent dat alleen de directe contacttijd van de zorgverlener met de cliënt voor vergoeding in aanmerking komt. Hieronder valt ook de inzet van thuiszorgtechnologie die direct vervlochten is met de ingezette (gespecialiseerde) verpleging en verzorging. Hetzelfde geldt voor regie en coördinatie bij multidisciplinaire zorgverlening en ondersteuning en instructie rondom zaken die in directe relatie staan met de zorgbehoefte van de patiënt en desgevraagd aan naasten van de patiënt (NZa, BR/REG-20109).

Bij het vaststellen van de zorgvraag doorloopt de hbo of master opgeleide verpleegkundige het verpleegkundig proces. In haar indicatie legt zij navolgbaar en onderbouwd vast (SMART weergegeven) welke zorg nodig is (V&VN, 2019 (pdf)). Daarbij heeft zij als uitgangspunt hierbij dat de zorgvrager indien mogelijk de interventie zelf uitvoert, vervolgens diens netwerk, inzet van vrijwilligers, inzet van zorgtechnologie of een professional (van team wijkverpleging of eventueel een zorgprofessional van een andere discipline).

Het enkel ‘aanwezig zijn’ bij de cliënt wordt niet vergoed vanuit de Zvw. Er kan bijvoorbeeld wel zorg geïndiceerd worden voor het actief monitoren van vitale lichaamsfuncties bij gevaar voor verstikking, bloeding of vergelijkbaar acuut gevaar. Dit kan ook als de cliënt rust of slaapt, maar moet wel duidelijk worden onderbouwd. Enkel de momenten waarop de monitoring (of een andere interventie) door de zorgverleners plaatsvindt kunnen worden geïndiceerd. De momenten waarop de cliënt rust of slaapt en de zorgverleners enkel aanwezig zijn kunnen niet worden geïndiceerd.

Ja, maar onder strikte voorwaarden. Geestelijke zorg bestaat uit drie verschillende onderdelen.

  1. Begeleiding bij coping en zingevingsvraagstukken
  2. Het bieden van een vrijplaats
  3. Begeleiding bij religie en spiritualiteit

Alleen het eerste onderdeel kan voor vergoeding in aanmerking komen als er wordt voldaan aan twee voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat de zorg moet voldoen aan de ‘Stand Wetenschap en Praktijk’, wat wil zeggen dat de interventie bewezen effectief is. De tweede voorwaarde is dat het moet gaan om zorg ‘zoals klinisch psychologen deze plegen te bieden’. Meer informatie kunt in vinden in het rapport ‘Palliatieve zorg op maat’ van de NZa.

Ja dat klopt. Met alle partijen in het zorgveld is afgesproken dat deze term daarom niet meer wordt gebruikt. Toch blijkt in de praktijk dat de term ‘24-uurszorg’ nog regelmatig wordt gebruikt en voor verwarring zorgt. De ZVW geeft namelijk geen recht op de zorg aan verzekerden die blijvend zijn aangewezen op 24 uur zorg in nabijheid of permanent toezicht. Binnen de ZVW spreken wij van intensieve zorg. In de palliatief terminale fase veranderen zorgdoelen, wat in sommige gevallen kan leiden tot een hogere zorgvraag. Ook voor intensieve zorg geldt dat de indicatie het uitgangspunt is voor de zorgverlening.

Meer informatie over intensieve zorg leest u in de ‘Nadere duiding van het Zorginstituut

Wilt u weten welke zorg in aanmerking komt voor vergoeding vanuit de Zvw (in een palliatief terminale setting): Zie het antwoord op de vraag: Welke zorg komt voor vergoeding in aanmerking vanuit de Zvw?

Wanneer er sprake is van een palliatief terminale gezondheidssituatie, kan de vaststelling daarvan vormvrij worden vastgelegd in het zorgdossier. Dit betekent dat in het geval van Zorg in Natura (geleverd door gecontracteerde zorgaanbieders) geen aparte, door de arts opgestelde, terminaal-verklaring meer nodig is. De zorgaanbieder mag zelf bepalen hoe zij dit markeringsmoment vast willen leggen in het dossier. Dit kan bijvoorbeeld in de voortgangsrapportage, maar kan ook in een (her)indicatie worden weergeven, afhankelijk van wat de zorgaanbieder het meest logisch en passend vindt. Van belang is wel dat uit het dossier blijkt dat er afstemming is geweest tussen de (huis)arts en de zorgaanbieder over het markeringsmoment en wat dit betekent voor de zorgbehoefte van de cliënt. Het vaststellen van de levensverwachting blijft immers voorbehouden aan een (huis)arts. Wanneer de zorg wordt gefinancierd door middel van een PGB, is wel een terminaalverklaring noodzakelijk. Het is aan de zorgaanbieder of de indicatiesteller om aan de (huis)arts aan te geven of hier sprake van is, conform het kwaliteitskader ‘Wijkverpleging’ en ‘Palliatieve Zorg’.

Deze term houdt in dat er zorg wordt geleverd gedurende meerdere uren aaneengesloten. Wij kunnen door het gebruik van deze term niet goed afleiden welke zorg voor vergoeding in aanmerking komt.  Dit komt omdat uit de term ‘blokzorg’ niet herleid kan worden wat als directe contacttijd aangemerkt kan worden. Mocht u de zorg toch in blokken willen organiseren, dan is het van groot belang om de directe contacttijd concreet weer te geven in de indicatie, zodat navolgbaar vastgesteld kan worden wat voor vergoeding in aanmerking komt.

Wij helpen u graag

Bijvoorbeeld bij vragen over uw overeenkomst, declaratie of machtiging. Neem gerust contact op. Houdt u uw AGB-code bij de hand?

Samen kan het beter

Om gezondheid dichterbij te brengen voor iedereen, hebben we iedereen nodig.