Innovatie is ook: zorgen voor elkaar, gewoon in de eigen buurt

Het oplopende tekort aan personeel in de zorgsector maakt innoveren noodzakelijk. Je ziet al dat zorgaanbieders hun organisaties anders gaan inrichten. Dat ze technologische innovaties inzetten om capaciteit van zorgprofessionals vrij te spelen voor de toestroom aan cliënten. Maar er is een derde element dat we niet mogen vergeten als we nadenken over de zorg van de toekomst: het zorgen voor elkaar.

Door: Marti Paardekooper, directeur langdurige zorg Zilveren Kruis Zorgkantoor en Joyce Jacobs, zorgbestuurder bij De Wulverhorst, Oudewater.

Zorgen voor elkaar als het ‘nieuwe normaal’, het is een mooi credo waar we oprecht in geloven. We hebben het dan over de informele zorg die vooral vraagt om een groot hart. In Oudewater, waar Woon- en Zorgcentrum De Wulverhorst is gevestigd, zie je veel bereidheid onder inwoners om elkaar te helpen. Daar ligt een sterke sociale samenhang aan ten grondslag. Veel ouderen die nog thuis wonen, maken bijvoorbeeld nauwelijks gebruik van dagbesteding. Zij maken gewoon deel uit van het plaatselijke verenigingsleven. Hebben ze hulp nodig, bijvoorbeeld bij vervoer naar de club? Dan staan buren of medeleden van zo’n vereniging klaar.

Helpende handen zijn van onschatbare waarde

Het is niet zo dat zorgen voor elkaar betekent dat ‘de buren’ allerlei zorgtaken overnemen. En ook niet dat van mantelzorgers het uiterste wordt gevraagd. Integendeel, medische zaken blijven gewoon waar ze horen: in de toegewijde handen van zorgprofessionals. De informele zorg vanuit de buurt, de wijk of het dorp draait om helpende handen die in het dagelijks leven van inwoners van onschatbare waarde zijn. Van de buurvrouw helpen met haar steunkousen tot zorgen voor vervoer, van het stofzuigen van het huis tot het zorgen voor een maaltijd. Daar kunnen ook plaatselijke ondernemers een rol bij spelen. We zien dat informele zorg een impuls geeft aan de kwaliteit van leven van mensen. Ze doen nog mee in de samenleving, zijn minder eenzaam en doen daardoor ook minder snel een beroep op de professionele zorg.

Dat is wat ‘omkijken naar elkaar’ doet. Wij zien dat daar absoluut draagvlak voor is in de samenleving. Wat dit van zorgaanbieders vraagt? Een open blik. Zien en erkennen dat niet alle taken op het bordje van ‘de zorg’ hoeven te liggen, maar dat ook anderen deze kunnen oppakken. Al betekent dit niet dat diezelfde zorgorganisaties zich vervolgens terugtrekken. Integendeel: het zijn de zorgaanbieders die, samen met maatschappelijke partners, die informele zorg organiseren en coördineren. Die met hun kennis en expertise dat netwerk om een persoon heen op weg kunnen helpen.

Pilot in Utrecht bewijst belang van samenwerking

In Utrecht is een pilot gestart om informele zorg vorm te geven. Daaraan deden Zilveren Kruis Zorgkantoor en zeven zorgaanbieders mee, waaronder De Wulverhorst. Tussen 1 juli 2021 en 31 januari 2022 heeft elke zorgaanbieder voor steeds één buurtlocatie in kaart gebracht welke organisaties daar bij het geven van steun of informele zorg van betekenis kunnen zijn. Uitgangspunt was dat alles vanuit die zeer lokale setting werd bezien. Het leven van inwoners speelt zich immers dáár, in die buurt of die wijk, af. Dus moet je ook daar samenwerkingen optuigen of versterken met bijvoorbeeld kerken of gebedshuizen, de gemeente, burgerinitiatieven, ondernemers en scholen. Wij noemden dat in de pilot een steunsysteem. Het samenbrengen van inwoners en het inrichten van zo’n lokaal steunsysteem zien wij als taak van de VVT-organisatie. Die kan inwoners in thuisgesprekken naar die informele zorg doorverwijzen. We hebben gezien dat veel thuiswonende ouderen die meededen aan de proef daarmee goed waren geholpen. En dat de bereidheid van maatschappelijke instellingen groot was om mee te helpen. Het leidde bijvoorbeeld tot flink wat matches tussen oudere bewoners en mensen uit de buurt.

Informele zorg moet vanuit de mensen komen

De pilot heeft ons ook duidelijk gemaakt dat je van informele zorg geen blauwdruk kunt maken. De sociale structuur is in elke stad, wijk, buurt anders. Je kunt daar geen model op leggen, hoe graag we dat als zorgsector misschien ook willen. Maar juist informele zorg moet vanuit de mensen komen. Dus hoe de sociale structuur ook in elkaar zit, sluit daar bij het organiseren van informele zorg zo goed mogelijk bij aan. Dan wordt deze vorm van ondersteuning snel heel gewoon. En waar deze sluimerend eigenlijk al aanwezig is, valt die goed verder te versterken.

De Wulverhorst heeft inmiddels werk gemaakt van informele zorg. Er zijn 2 coördinatoren aangesteld die in Oudewater mensen zoeken met hart voor hun buren of dorpsgenoten. De coördinatoren leggen het principe van informele zorg uit, brengen mensen, bedrijven en organisaties met elkaar in contact en schakelen ondersteuning in als die nodig is om de informele zorg rondom een inwoner op te starten. Ook werken ze aan hun PR met folders en publicaties in de lokale huis-aan-huisbladen. De eerste ervaringen leren dat deze strategie werkt. De coördinatoren slagen er goed in om inwoners te bereiken en mensen te vinden die hun buren willen helpen.

Activeren van de directe omgeving

In Oudewater zien we al dat het informele netwerk en de zorgprofessionals steeds meer sámen een schil om bewoners heen vormen. En dat is ook nodig, willen we de zorg in de benen houden. We gaan van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ en dat is nieuw voor de zorgsector. Hierbij draait het vooral om het activeren van de directe omgeving in de dagelijkse zorg voor elkaar. Want in de kern gaat het erom dat we met elkaar werken aan een vitale samenleving. Over onze eigen grenzen heen kijken en veel meer inzetten op samenwerking met lokale organisaties, welzijnsinstellingen, woningcorporaties. Starten met informele zorg is daarom ook geen kwestie van ’vandaag besluiten, morgen doen’. Het zal stap voor stap moeten ontstaan, in de manier van werken van zorgaanbieders én in de samenleving. Wat daarbij helpt, is dat deze zorgvorm laagdrempelig is: de hulp komt van bekenden. Van mensen dichtbij, uit het eigen dorp, de eigen wijk of buurt. Dat schept een band die bij voorbaat al sterk is. Een band ook die het waard is goed benut te worden met het oog op de uitdagingen waar we voor staan. We zien daarin ook een rol weggelegd voor de overheid: help in campagnes en vanuit de politiek de samenleving wennen aan het idee dat elke burger een rol heeft in omkijken naar anderen. In het vormgeven van de dagelijkse zorg voor kwetsbare mensen. Als we dat met elkaar doen, ervaringen delen en van elkaar leren, komt ‘zorgen voor elkaar’ steeds dichterbij.

Meer over innovaties voor een toekomst bestendig zorglandschap