Hoe de proeftuinen Meerzorg tot een nieuwe beleidsregel leidden

Op 1 november publiceerde de NZa de nieuwe beleidsregel Meerzorg (Meerzorg Nieuwe Stijl). Deze beleidsregel is voortgekomen uit een reeks proeftuinen die in 2015 van start gingen. In deze proeftuinen keken zorgaanbieders, zorgkantoren, cliƫntvertegenwoordigers en het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) gezamenlijk hoe ze de kwaliteit van Meerzorg konden verbeteren.

Van onderaf begonnen

De regeling Meerzorg in de Wlz bestaat ruim tien jaar. Deze heette eerder ‘regeling extreme zorgzwaarte’. Zorgaanbieders kunnen via deze regeling extra financiële middelen aanvragen voor een cliënt als er sprake is van een extreme zorgbehoefte, zoals bij gedragsproblematiek en ernstige somatische problematiek. Na een aanvraag bepaalde het zorgkantoor, mede op basis van een advies van het CCE, of een zorgaanbieder in aanmerking kwam voor financiering van Meerzorg.

Het CCE, de zorgkantoren en de zorgaanbieders merkten dat de focus door de Meerzorgregeling ongewild te veel was komen te liggen op het verkrijgen van financiële middelen en te weinig op de inhoud en kwaliteit van de geboden zorg. Daarom besloot het CCE het initiatief te nemen voor de proeftuinen. Een reeks experimenten waarbij vanuit een vierhoek gekeken werd hoe inhoudelijk de kwaliteit van zorg verbeterd kon worden door het inzetten van Meerzorg. Deze vierhoek bestond uit zorgaanbieders, cliëntvertegenwoordigers, zorgkantoren en het CCE zelf.

Jeroen Housmans, programmaleider bij het CCE: 'Het bijzondere van de proeftuinen is dat deze vanuit het veld begonnen zijn. We hebben dit traject vanaf het begin samen met de zorgaanbieders en zorgkantoren opgepakt. De eerste stap -het aanhaken van partijen- was relatief eenvoudig. Er wilden meer partijen meedoen dan dat er plekken waren.'

Jeroen Housmans, programmaleider bij het CCE

Een experiment met weinig regels

Zilveren Kruis Zorgkantoor was zelf al langer bezig met het verbeteren van Meerzorg en was daarom direct geïnteresseerd om deel te nemen. Samen met zorgaanbieders Triade en Amerpoort werden twee proeftuinen gestart.

Amerpoort ondervond knelpunten bij het aanvragen van individuele Meerzorg en was veel tijd kwijt aan het administratieve gedeelte en wilde graag meedoen.De proeftuin met Amerpoort vond plaats op twee verschillende locaties. Op de ene locatie betrof het een groep met ouder wordende cliënten met gedragsproblemen. Op de andere locatie ging het om een kindgroep: cliënten onder de 18 die op een wachtlijst stonden.

In de beginfase was het even zoeken voor alle partijen. Jeroen Housmans: 'Een proeftuin is een experiment. Zorgkantoren en zorgaanbieders hadden bovendien nog nooit eerder op deze manier samengewerkt. Het was daarom best een beetje pionieren.' Na de eerste startgesprekken maakten beide locaties van Amerpoort een jaarplan, waarin ze beschreven hoe ze met Meerzorg meer wilden doen dan alleen extra directe zorguren inzetten. Ook werden er nulmetingen gedaan om op beide locaties goed zicht te houden op de resultaten. Vervolgens organiseerde het CCE een reeks sessies, waarin kennisdeling centraal stond. Variërend van het leren van gesprekstechnieken tot algemene deskundigheidsbevordering en het coachen van teams. Daarna werd al deze kennis toegepast in de praktijk.

Het belang van context

De proeftuinen zorgden voor veel inzichten. Het grootste inzicht was het belang van de context en dus waarde van Groepsmeerzorg. Jidske Diekerhof, zorginhoudelijk kwaliteitsadviseur bij Zilveren Kruis Zorgkantoor: 'We vonden het idee van Groepsmeerzorg heel mooi. Uit onderzoek is gebleken dat op het moment dat de omgeving van een cliënt niet optimaal is, het probleemgedrag van de cliënt (waar het om gaat met Meerzorg) verergert. Voor goede zorg moet dus niet alleen naar een cliënt zelf gekeken worden, maar naar de cliënt in zijn of haar context. De regeling Groepsmeerzorg biedt de kans om breder te kijken dan een individuele cliënt en de context van cliënten te optimaliseren.'

Else Holst, beleidsadviseur zorg bij Amerpoort, zag de waarde van Groepsmeerzorg ook duidelijk terug tijdens de proeftuinen: 'Bij individuele Meerzorg waren we vroeger vooral bezig met het bieden van reactieve zorg. Met groepszorg zijn we steeds meer proactief en weten we flexibeler in te spelen op de hulpvraag van alle cliënten.'

Directe waarde van indirecte zorg

Een ander belangrijk inzicht uit de proeftuinen was dat de kwaliteit van zorg verbetert wanneer men de financiële middelen voor Meerzorg inzet voor indirecte zorg. Jeroen Housmans: 'Indirecte zorg kan de coaching en de opleiding van personeel zijn, maar ook het doen van kleine aanpassingen in de omgeving van de cliënt. Meerzorg vanuit wet en regelgeving was tot nu toe uitsluitend bedoeld om extra begeleiders te betalen. Je kunt in een ingewikkelde situatie wel een extra begeleider inzetten, maar dat lost het onderliggende probleem niet op. Het team extra vaardigheden bijbrengen is ook van groot belang. Vooral op de lange termijn.'

Else Holst sluit zich daarbij aan: 'Het bevorderen van deskundigheid tijdens de proeftuinen heeft enorm bijgedragen. Onze teams kunnen door de scholing veel beter inspelen op de zorgvragen die binnenkomen. We kunnen echt maatwerk leveren en veel efficiënter werken. Bovendien werkt deze nieuwe kennis als een olievlek binnen de organisatie.'

Een nieuwe beleidsregel

Na ruim drie jaar proeftuinen werden de inzichten gebundeld in een evaluatierapport gericht aan de NZa en het ministerie van VWS. Jidske Diekerhof: 'Er kwamen hele mooie elementen uit de proeftuinen. Daarmee wilden we de beleidsregel wijzigen. Die wijziging heeft wat voeten in de aarde gehad, maar het is uiteindelijk gelukt! Wat ik daar heel mooi aan vind, is dat de aanbieders, het CCE, het Zorgkantoor en de cliëntvertegenwoordigers er allemaal achter stonden. We wilden dit echt gezamenlijk veranderen.' Ook Else Holst is blij met de nieuwe beleidsregel: 'De grootste meerwaarde is dat zorgaanbieders de financiële middelen voor Meerzorg nu flexibeler mogen inzetten. Zo kunnen we meer dan voorheen aan de context van de cliënt werken. Het is daarnaast fijn dat we mee konden denken en gehoord werden.'

Een samenwerking die naar meer smaakt

De partijen in de vierhoek zijn enthousiast over de nieuwe samenwerking en zetten deze graag voort. Jidske Diekerhof: 'Voorheen zagen we als Zorgkantoor alleen de zorgaanvragen van individuele cliënten en was de context van deze cliënten voor ons niet goed zichtbaar. Met deze werkwijze zitten we dichter op de praktijk. We krijgen veel meer zicht op wat aanbieders precies doen voor cliënten met complexe zorgvragen. Dit stelt ons ook in staat om de goede oplossingen en werkwijzen van zorgaanbieders te delen met andere zorgaanbieders die ook met deze complexe zorgvragen te maken hebben.'

Else Holst blikt hoopvol vooruit: 'De nieuwe regeling moet groeien, we zijn nog niet uitontwikkeld. Het is een dynamisch proces dat dynamisch moet blijven. In 2019 krijgen we nieuwe inzichten die we weer bespreken in de vierhoek.' Ook Jeroen Housmans kijkt tevreden terug: 'We vonden het als CCE fijn dat we ons echt op de inhoud konden richten. Ik vind dat alle betrokkenen een compliment verdienen. Dit traject wakkerde iedereens professionele bevlogenheid aan. Het was keihard werken om vanuit de verschillende belangen een gezamenlijke oplossing te vinden. Om dit te realiseren moet je elkaar vaker zien en moet er vertrouwen ontstaan, iets waar we ook in de toekomst vooral mee door willen gaan.'

Hebben uw cliënten Meerzorg nodig?

U kunt individuele- en groepsmeerzorg aanvragen. De deadline hiervoor is 31 januari 2019.

Naar meerzorg aanvragen