Kersten Hulpmiddelen zet met ketenpartners in op hergebruik

Een depot vol rolstoelframes en -onderdelen, tot het laatste schroefje zorgvuldig gedemonteerd, gereinigd en gecontroleerd. Zo maakt Kersten Hulpmiddelen hergebruik mogelijk. Het is hier al jaren dagelijkse praktijk om rolstoelen en onderdelen opnieuw te gebruiken. Daarmee maakt het bedrijf werk van het duurzaamheidsconcept dat de zorgkantoren initieerden. ‘Ketensamenwerking’ is hierbij het sleutelwoord. Kersten is depothouder en de zorgkantoren, indiceerders en rolstoeldealers zijn de onmisbare schakels. Het resultaat: een aanzienlijke CO2-reductie.

Lei Geelen (links) en René Jacobs van Kersten Hulpmiddelen. Foto: Maartje van Berkel.

Lei Geelen (links) en René Jacobs van Kersten Hulpmiddelen. Foto: Maartje van Berkel.

“Je moet het zo zien: hergebruik van één rolstoel betekent dat er één exemplaar minder geproduceerd hoeft te worden”, vertelt Lei Geelen, specialist Hergebruik bij Kersten. “Tel het aantal benodigde rolstoelen bij elkaar op en je hebt het over een significant aantal waarvoor geen productielijnen in fabrieken hoeven te draaien.” Inmiddels worden er jaarlijks zo’n 24.000 rolstoelen voor Wlz-klanten ingezet op basis van hergebruik. Binnen de zorgkantoorregio’s van Zilveren Kruis gaat het om minstens 10.000 stoelen per jaar die via Kersten worden herverstrekt.

Hergebruik via depots

“Sinds 2005 is de hulpmiddelenbranche stevig gaan nadenken over het hergebruiken van rolstoelen”, weet Lei nog. “Dat was destijds vooral een geldkwestie: het was erg zonde en duur om ongebruikte stoelen zomaar in de kelders van verzorgingshuizen te laten staan. De zorgkantoren hadden om die reden het initiatief genomen om via depots hergebruik te stimuleren.” De hulpmiddelendepots van Kersten werden de onmisbare spil van waaruit goede, gebruikte rolstoelen een nieuw leven kregen. Inmiddels kunnen ook afgekeurde rolstoelen rekenen op de volle aandacht van Kersten. Want de onderdelen die nog goed zijn, worden opnieuw ingezet. “Op de resultaten die we bereiken, zijn we erg trots.”

Spoor 1: de rolstoel

Kenmerk van het depothoudersconcept van Kersten: ketensamenwerking met zorgkantoren, indiceerders en rolstoeldealers. René Jacobs, Kersten-vestigingsmanager van het Wlz-depot in Roermond, legt uit hoe het hergebruikproces binnen deze alliantie verloopt. “Eigenlijk gebeurt dat via twee sporen. Het ene spoor is de rolstoel zelf. Die komt retour als de Wlz-klant de rolstoel niet meer gebruikt. Wij demonteren de stoel door losse onderdelen te verwijderen. Denk aan de rug, de zitting, beensteunen en alle grote en kleine schroeven. Daarna reinigen we alles grondig en controleren we op basis van de vereiste kwaliteits- en veiligheidsnormen of alles herbruikbaar is.”

Spoor 2: de klant

Het tweede spoor gaat over de klant die een rolstoel nodig heeft. “Stel, een ergotherapeut adviseert mevrouw Jansen een bepaalde rolstoel”, gaat René door. “Dat advies komt bij ons terecht en wij kijken dan of we een frame in het depot hebben dat bij de indicatie past. Daarna gaat de indicatie naar Zilveren Kruis zorgkantoor die de indicatie beoordeelt. Komt er groen licht? Dan kijken we of we tevens de onderdelen op voorraad hebben. De cijfers laten zien dat we op deze manier 85% van de rolstoelen in de Wlz vanuit het depot opnieuw kunnen inzetten. Dealers zijn vervolgens de partij die er complete maatwerk-rolstoelen van maken. Zo kan mevrouw Jansen binnen enkele dagen haar rolstoel tegemoet zien.” Fabrikanten spelen al op dit concept in, hebben ze bij Kersten gemerkt. René: “Je ziet steeds vaker modulair opgebouwde rolstoelen om ze geschikt te maken voor hergebruik. Dat helpt ons aanzienlijk in onze duurzaamheidsambities.”

Ketensamenwerking is: elkaar scherp houden

Het succes – en daarmee het duurzaamheidsresultaat – staat of valt met ketenpartners die elkaar scherp houden. Die nadenken over de beschikbaarheid van onderdelen omdat de vraag naar rolstoelen door de vergrijzing verder toeneemt. Die bereid zijn procedures op elkaar af te stemmen zodat elke stoel exact gebaseerd is op de afgegeven indicatie. Lei: “Dit concept kun je ook prima toepassen op andere hulpmiddelen. Als je het maar strak organiseert, met partners die gedreven zijn om samen voor duurzaamheid te gaan. Een eilandjescultuur draagt op geen enkele manier bij aan de ambities en klimaatdoelen. Daarvoor moet er teveel gebeuren. Denk aan 49% CO2-reductie in 2030 en 100% minder CO2 in 2050. Dat zijn indrukwekkende percentages die je alleen bereikt door de krachten te bundelen. Bij Kersten zetten we daar samen met onze ketenpartners de schouders onder.”

Hergebruik is duurzaam én sociaal

Achter de wil om duurzaam te ondernemen, schuilt bij Kersten nóg een drijfveer om het concept van hergebruik verder te optimaliseren. Lei: “Als je kijkt naar de menselijke factor hebben we het hier over mensen die zonder rolstoel vaak hele dagen op bed doorbrengen. Of die sociaal geïsoleerd raken omdat ze niet mobiel zijn. De manier waarop we het nu met elkaar hebben ingeregeld in de keten, zorgt voor voortvarendheid. Alle schakels zijn op elkaar ingespeeld, van indicatie via depot tot uitlevering. Dat leidt tot snelheid waardoor iemand snel weer kan meedoen. Dat vinden we heel belangrijk.”

Oriëntatie op herfabricage

Kersten en alle ketenpartners blijven inzetten op optimalisatie van de hergebruikketen. Daarnaast kijken ze onder de noemer ‘Samen Circulair’ naar mogelijkheden om de productie van nieuwe rolstoelen te verduurzamen. Bijvoorbeeld door gebruikte materialen en onderdelen opnieuw op te nemen in het fabricageproces. ‘Herfabricage’ dus. Dit kan, met inachtneming van de kwaliteitseisen, zonder grote investeringen een extra CO2-reductie opleveren.