
Wat zijn de verschillende fases van de overgang? Een expert in vrouwengezondheid legt uit
Fase 1: vroege perimenopauze
De premenopauze, ook wel bekend als de perimenopauze, is de eerste fase van de overgang. Die begint meestal rond de 40 en 45 jaar. Je menstruatie is dan vaak nog regelmatig, maar van binnen begint er al iets te veranderen. Je eierstokken maken onregelmatiger oestrogeen aan, het hormoon dat veel processen in je lijf aanstuurt. Dit kan leiden tot hogere pieken en diepere dalen dan je gewend was. Soms merk je dit wel en soms niet. “Je voelt misschien nog niet veel,” zegt Lotte, “maar je kunt al merken dat je gevoeliger bent voor stress of sneller moe bent. Je lijf bouwt haar vruchtbaarheid langzaam af.”
Ook kan je cyclus al beginnen te veranderen. Je menstruatie is soms een paar dagen eerder of slaat een keer over. Hiervoor verandert je cyclus: je menstruatie komt soms eerder of juist later. Ook kun je vage klachten krijgen, zoals slechter slapen, stemmingswisselingen, gevoelige borsten of hoofdpijn.
Het hormoon progesteron daalt in deze fase ook. Dat kan invloed hebben op je stemming en slaap. “Je lijf is niet meer zo voorspelbaar”, zegt Lotte. “Veel vrouwen voelen zich niet meer zichzelf. Dat horen we vaak en is ook niet gek.”
Fase 2: late perimenopauze
Tijdens de late perimenopauze wordt je menstruatie steeds onregelmatiger. Soms blijf je een paar maanden achter elkaar niet ongesteld, soms komt je menstruatie juist vaker. Ook kun je in deze fase duidelijkere overgangsklachten krijgen, zoals:
- opvliegers;
- zweten in de nacht;
- een vol hoofd of vergeetachtigheid;
- sneller boos of prikkelbaar zijn.
“Dit zijn de meest bekende klachten, maar lang niet alle vrouwen hebben hier last van,” vertelt Lotte. “Zo'n 20 tot 30 procent krijgt helemaal geen opvliegers.”
Fase 3: menopauze
Je kan spreken over de menopauze wanneer je twaalf maanden niet meer ongesteld bent geweest. “Je weet pas achteraf dat je in de menopauze zat”, legt Lotte uit. “Het is een soort mijlpaal: het einde van je vruchtbare jaren.” De gemiddelde leeftijd hiervoor is 51 jaar, maar het verschilt per vrouw.
Fase 4: postmenopauze
Je lijf maakt nog maar heel weinig vrouwelijke hormonen aan. Dat kan zorgen voor klachten als:
- een droge huid of vagina;
- minder energie of minder zin in seks;
- stijve spieren of brozere botten.
Ook de klachten uit de perimenopauze kunnen nog doorgaan in de postmenopauze.
In alle fases van dit proces is het belangrijk goed voor jezelf te zorgen. Maar ook kun je bij klachten hormoontherapie overwegen. Lotte: “Realiseer je wel dat we nog niet veel weten over het starten van hormoontherapie na je 60e. Later dan 10 jaar na je menopauze starten is minder veilig. Wil je dit overwegen, ga dan op tijd het gesprek aan met je huisarts.”
Leer meer over de overgang
Wil je weten in welke fase van de overgang je zit? Of zoek je advies bij klachten zoals opvliegers, vermoeidheid of een onregelmatige cyclus? Bekijk dan hier de stap-voor-stapuitleg over de overgang, met tips en oplossingen die passen bij jouw situatie.
Liever iemand persoonlijk spreken?
Stel dan je vraag aan een verpleegkundige via de ZelfZorgWijzer-app. Zo krijg je snel en betrouwbaar advies.