Overgangsregeling van DBC’s en BGGZ naar ZPM
Op 31 december 2021 worden alle lopende D(B)BC’s en generalistische basis GGZ prestaties administratief afgesloten. Het doel van de overgangsregeling is het toestaan van uitzonderingen op de reguliere regelgeving om de overgang naar het Zorgprestatiemodel mogelijk te maken.
Afsluitreden voor administratief afsluiten
Voor het administratief afsluiten wordt de afsluitreden ‘Overgang naar zorgprestatiemodel’ gebruikt. Dit is een nieuwe afsluitreden die kan worden gebruikt in de plaats van de gebruikelijke afsluitredenen. Hiervoor wordt afsluitreden 22 gebruikt.
Uitzonderingen voor prestaties die zijn afgesloten met de afsluitreden 'Overgang naar zorgprestatiemodel'
- Vanaf 1 oktober 2021 hoeft de prestatie geen 1 minuut directe tijd regiebehandelaar of hoofdbehandelaar bevatten
- Het zorgtype hoeft niet door regiebehandelaar resp. hoofbehandelaar geregistreerd te worden
- Bij het sluiten mag de GAF-score op het moment van openen van de DBC worden overgenomen
- Bij de DBBC vervalt de verplichting om zorgtype (aard van het delict) vast te leggen (forensische zorg)
- Bij de DBBC mogen drie velden ‘acuut fysiek gevaar’, ‘vluchtgevaar’ en ‘recidivegevaar’ leeg blijven (aard en mate van gevaar) (forensische zorg)
Uitzonderingen generalistische basis GGZ
- Prestaties binnen de generalistische basis GGZ die zijn afgesloten met de afsluitreden ‘Overgang naar zorgprestatiemodel’ worden niet gebaseerd op een gekozen patiëntprofiel maar op basis van werkelijke geschreven minuten. De 120-minutengrens voor de prestatie ‘onvolledig behandel-traject’ vervalt. In onderstaande tabel vindt u welke prestatie u declareert aan de hand van werkelijk geschreven minuten.
Sleep de tabel om meer informatie te zien
Prestatie | Tijdsgrenzen in minuten |
---|---|
Onvolledig behandeltraject | 0 - 180 |
Basis GGZ kort | 181 - 360 |
Basis GGZ middel | 361 - 600 |
Basis GGZ intensief | 601 - |
- Het generalistische basis GGZ product ‘chronisch’ kan niet worden gedeclareerd voor prestaties die zijn afgesloten met de afsluitreden ‘Overgang naar zorgprestatiemodel’. Het verbod op parallelliteit basis GGZ vervalt voor prestaties die zijn afgesloten met de afsluitreden ‘Overgang naar zorgprestatiemodel’, als 1 van de 2 prestaties oorspronkelijk het generalistische basis GGZ product ‘chronisch’ was. Uiteraard moet uit het patiëntendossier blijken dat dit het geval is geweest.