Inhoudelijke meerwaarde collectiviteiten neemt toe

21-09-2020
Zilveren Kruis is verbaasd over het voornemen van minister Van Ark om per 1 januari 2023 de collectiviteitskorting af te schaffen. Onderzoek in opdracht van de minister voor Medische Zorg en Sport toont juist aan dat de zorginhoudelijke meerwaarde van collectiviteiten toeneemt, terwijl het aantal collectiviteiten zonder meerwaarde daalt.
""

De besluitvorming is overhaast. Er is geen sprake van een serieuze evaluatietermijn, zoals gebruikelijk. De maatregel veegt de jarenlange investeringen in preventie en gezondheid voor werknemers, patiënten en chronisch zieken, senioren en mensen met een laag inkomen in een keer van tafel. Dit bevreemdt des te meer, gezien de beweging naar meer preventie en gezondheid die het Kabinet juist wil inzetten.

Zorginhoudelijke meerwaarde toegenomen

Zilveren Kruis heeft afgelopen jaren samen met werkgevers, werknemers, gemeenten en andere collectiviteiten grote stappen gezet om de zorginhoudelijke meerwaarde van de samenwerking met collectiviteiten verder te versterken. De resultaten van het Equalis-onderzoek over collectiviteiten in opdracht van de minister tonen aan dat de zorginhoudelijke meerwaarde van collectiviteiten ook fors is toegenomen. Het aantal zorginhoudelijke afspraken is gegroeid van 20% naar 89% van de collectiviteiten. Tegelijkertijd is het totaal aantal collectiviteiten gedaald. Collectiviteiten waar inhoudelijke afspraken niet of niet goed mogelijk zijn, zijn afgelopen jaren afgebouwd.

Dit is volledig in lijn met de oproep van de minister om zorginhoudelijke afspraken in collectiviteiten te versterken en de overzichtelijkheid van het polisaanbod te vergroten.

Zilveren Kruis en andere zorgverzekeraars investeren al lang in zorginhoudelijke afspraken voor collectiviteiten. Dit leidt tot verschillende maatschappelijke baten zoals meer duurzame inzetbaarheid, maatschappelijke participatie, zelfredzaamheid, mantelzorg en het voorkomen van schulden. We doen dit voor specifieke groepen verzekerden zoals werknemers, patiënten en chronisch zieken, ouderen en mensen met een laag inkomen voor wie dit uiterst relevant is. Naast de inhoudelijke afspraken is de collectiviteitskorting een belangrijk middel om binnen het collectief een breed draagvlak van zowel gezonde als minder gezonde verzekerden te creëren.

Onderzoek laat positieve tastbare resultaten zien

Met de AMvB collectiviteiten die op 1 januari 2020 in werking is getreden, is de maximale collectiviteitskorting gehalveerd van 10 naar 5 procent. Oud minister Bruins heeft aangekondigd in hetzelfde jaar te bepalen of de maatregel effect sorteert. Dat effect zou moeten bestaan uit meer zorginhoudelijke afspraken en een transparanter aanbod. Zo’n korte evaluatieperiode is ongebruikelijk bij de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Ondanks deze zeer korte evaluatietermijn laat het onderzoek  positieve, tastbare resultaten zien, die in lijn zijn met de inzet van het kabinet. Het is dan ook zeer teleurstellend dat de minister in dit stadium en op deze termijn besluit tot volledige afschaffing van de collectiviteitskorting.

Tot slot

De verlaging van de maximale collectiviteitskorting van 10 naar 5 procent per 1 januari 2020 laat al een verminderd draagvlak zien binnen de collectiviteit. Daarmee neemt ook de impact van preventieve en gezondheidsbevorderende programma’s af. Als deze trend zich doorzet, leidt dit ertoe dat waardevolle initiatieven en afspraken op het gebied van preventie voor grote groepen werknemers, patiënten en chronisch zieken, senioren en mensen met een laag inkomen niet kunnen worden voortgezet of uitgebouwd. Zoals gezegd staat dit haaks op de beweging naar meer preventie en gezondheid die het Kabinet wil inzetten.

Meer weten over dit artikel? Neem contact op met onze woordvoerder

Volg ons

Stel uw vragen en praat met ons mee over actuele onderwerpen.

Volg ons op: